Documenten met variabele gegevens afdrukken met traditioneel FreeForm
Met traditionele FreeForm-technologie kunt u afdrukopties gebruiken om masterdocumenten te definiëren en toe te wijzen aan taken met variabele gegevens die naar de Fiery server worden gestuurd.
Wanneer u een taak met variabele gegevens afdrukt met traditioneel FreeForm, maakt u een masterdocument, vervolgens een variabel document en gebruikt u tenslotte traditioneel FreeForm om het masterbestand en het bestand met de variabele gegevens te combineren.
Bij het afdrukken van variabele gegevens met traditioneel FreeForm, verzendt VDP de gegevens van de masterelementen voor de taak naar de Fiery server en worden deze afzonderlijk van de gegevens van de variabele elementen gerasterd. De gegevens van de masterelementen zijn in gerasterde vorm als een FreeForm-master aanwezig op de Fiery server en u kunt de gegevens zo nodig gebruiken in combinatie met meerdere sets gegevens met variabele elementen. Omdat de FreeForm-mastertaak vooraf is verwerkt en op de Fiery server is opgeslagen, moeten alleen de gegevens met variabele elementen worden verwerkt, waardoor de totale verwerkingstijd voor de taak wordt verlaagd.
U kunt FreeForm-masters gebruiken voor alle vaste gegevens die worden gecombineerd met gegevens die van dag tot dag variëren. U kunt bijvoorbeeld een sjabloon voor een briefhoofd opslaan als een FreeForm-master en voor brieven met uiteenlopende inhoud (de gegevens van de variabele elementen) gebruiken.
Met traditioneel FreeForm kunt u de master- en variabele documenten maken met behulp van vele toepassingen, zoals Adobe InDesign of Microsoft Word. Het masterdocument moet de herbruikbare inhoud bevatten die statisch blijft tussen records. Het variabele document moet alle unieke inhoud voor elke record bevatten, zoals naam en adres. U kunt een tekstverwerkingstoepassing met samenvoegfunctie, een toepassing voor paginaopmaak die scripting ondersteunt of een databasetoepassing gebruiken om de pagina's met variabele documenten te maken.
Met de afdrukopties Master maken en Master gebruiken kunt u traditionele FreeForm-functies besturen. U stelt deze opties in het printerstuurprogramma in wanneer u een taak verzendt, of u vraagt de operator om deze in te stellen met taakoverschrijvingen vanuit Command WorkStation. Het verwerkte masterdocument wordt weergegeven in VDP-hulpbronnen in het Apparaatcentrum van Command WorkStation. Met Command WorkStation kunt u ook alle FreeForm-masters die zijn opgeslagen op de Fiery server monitoren en beheren.