Instellingen opgeven in het venster Voorkeuze afwerkeenheid

Als u een voorkeuze voor de afwerkeenheid wilt maken, opent u een in de wachtrij geplaatste taak in Fiery Impose Plus en geeft u instellingen op in het venster Voorkeuze afwerkeenheid. In het venster Voorkeuze afwerkeenheid kunt u instellingen opgeven op drie tabbladen: Opmaakinstellingen, Plooi en Perforatie.

Houd rekening met het volgende:

Het toe te passen bereik van elke instelling die u opgeeft, wordt weergegeven op de statusbalk onder in het venster Voorkeuze afwerkeenheid.
Wanneer u een instelling opgeeft in het venster Voorkeuze afwerkeenheid, kunt u een voorbeeld van de wijzigingen bekijken in het deelvenster Velweergave. Als u geen instellingen opgeeft in het venster Voorkeuze afwerkeenheid, worden automatisch standaardwaarden ingesteld.
U kunt sequentieel navigeren tussen instellingen en tabbladen. Als u echter terugkeert naar een vorige instelling of een vorig tabblad, worden alle waarden en instellingen die u hebt opgegeven teruggezet naar de standaardwaarden.
Diagnostische gegevens, zoals informatieve en waarschuwingsberichten, worden onder in het deelvenster Instellingen weergegeven.

Met de volgende besturingselementen kunt u instellingen opgeven in het venster Voorkeuze afwerkeenheid:

Item	Beschrijving
Model afwerkeenheid	Bekijk de naam en het model van de afwerkeenheid die u hebt opgegeven in Fiery Impose Plus > Bewerken > Voorkeuren > Afwerkeenheden > Apparaat selecteren. Klik op Beschikbare modules weergeven om het aantal modules weer te geven dat voor CPM, PFM en RTM is opgegeven. Raadpleeg Afwerkingsvoorkeuren instellen voor meer informatie.
Voorkeuze afwerkeenheid	Selecteer Nieuwe voorkeuze of klik op Nieuwe maken met behulp van om een nieuwe voorkeuze te maken uit een bestaande voorkeuze. Bestaande voorkeuzen zijn ook beschikbaar in deze lijst. Raadpleeg Een bestaande voorkeuze toepassen voor meer informatie. Opmerking: Het maken van een voorkeuze voor de afwerkeenheid wordt alleen ondersteund op sommige afwerkeenheden.
Taak-/streepjescodenummer	Geef het nummer op dat overeenkomt met streepjescodes die op het vel kunnen worden weergegeven. Wanneer een nieuwe voorkeuze wordt gemaakt, wordt het volgende beschikbare volgnummer automatisch toegewezen aan de voorkeuze. Opmerking: Streepjescodes zijn afhankelijk van de afwerkeenheid.
Instelling	Geef het aantal horizontale perforatiemodules op in de lijst aan de linkerkant en het aantal verticale perforatiemodules in de lijst aan de rechterkant. Opmerking: Deze optie is beschikbaar afhankelijk van uw afwerkeenheid.
Tabblad Opmaakinstellingen	Geef de opmaakinstellingen van de voorkeuze voor de afwerkeenheid op. Raadpleeg Instellingen opgeven op het tabblad Opmaak voor meer informatie.
Tabblad Plooien	Geef het aantal plooien op. Raadpleeg Instellingen opgeven op het tabblad Plooien voor meer informatie.
Tabblad Perforatie	Geef het aantal horizontale en verticale perforaties op. Definieer daarnaast ook patronen en segmenten die op elke perforatie kunnen worden toegepast. Raadpleeg Instellingen op het tabblad Perforatie opgeven voor meer informatie.
Statusbalk	Bekijk het geldige bereik van elke instelling onderaan het venster. U moet een waarde invoeren binnen het geldige bereik om door te gaan naar de volgende instelling.
Pijlen	Navigeer tussen instellingen op tabbladen met de pijltoetsen op het toetsenbord. U kunt ook de Tab-toets gebruiken om naar de volgende instelling te gaan en Shift+Tab om terug te keren naar vorige instellingen.
De knoppen Volgende en Vorige	Navigeer tussen tabbladen.
Knop Toepassen	Pas de instellingen op de taak toe. Opmerking: Met Toepassen wordt de opmaak niet als voorkeuze gepubliceerd. Nadat de opmaak is toegepast op de taak, kunt u Opmaak wissen of Publiceren selecteren in het deelvenster Instellingen.
Knop Toepassen & publiceren	Voer zowel de functie Toepassen als Publiceren uit met een klik. Toepassen & publiceren wordt weergegeven op het tabblad Perforatie. Geef instellingen op in het venster Opmaak publiceren en klik op Publiceren om een voorkeuze voor de afwerkeenheid te genereren op basis van de instellingen. Deze voorkeuze voor de afwerkeenheid wordt vervolgens geëxporteerd naar de computer van de Duplo PC-controller.