Preflight Pro-instellingen voor een overdrachtmap opgeven
U kunt Preflight Pro-instellingen opgeven zodat elke taak die naar de overdrachtmap wordt verzonden op fouten wordt gecontroleerd.
- Dubbelklik in de Fiery Hot Folders-console op de overdrachtmap om het venster Instellingen voor overdrachtmappen te openen.
-
Selecteer Preflight en voer een van de volgende handelingen uit:
-
Voor PDF- of PDF/VT-taken kiest u een voorkeuze in Voorkeuze voor PDF-uitvoer en gaat u naar stap 6.
- Voor niet-PDF-taken:
- Klik op Bewerken om het venster Preflight-instellingen te openen en geef de benodigde preflight-instellingen op.
- Kies in het venster Preflight-instellingen een voorkeuze in het menu Voorkeuze om automatisch de combinatie van opgeslagen instellingen in de voorkeuze te selecteren. Als de voorkeuze alle gewenste instellingen bevat, gaat u door naar stap 6.
-
- Geef aan op welke fouten u wilt controleren en stel voor elke fout het kennisgevingsniveau in (Kritiek of Waarschuwing).
- Als u wilt dat de Preflight Pro-controle op fouten wordt beëindigd wanneer de eerste kritieke fout wordt gedetecteerd, schakelt u Preflight beëindigen bij eerste kritieke fout in.
- Kies Opslaan of Opslaan als in de lijst Voorkeuze als u de instellingen later opnieuw wilt gebruiken. Als u een voorkeuze wilt verwijderen, selecteert u deze en kiest u Verwijderen in de lijst Voorkeuze.
- Klik op OK om terug te gaan naar het venster Instellingen voor overdrachtmappen.
- Kies in het menu Bij kritieke fout een actie die door Hot Folders wordt uitgevoerd als ten minste één kritieke fout wordt gedetecteerd. Klik op een van de volgende opties:
Blokkering: hiermee wordt een taak naar de Blokkeringswachtrij gestuurd, waar deze naar de vaste schijf van de Fiery-server wordt overgebracht en in de wachtrij wordt gehouden om op een later tijdstip te worden afgedrukt.
Verwerken en blokkeren: hiermee wordt een taak verwerkt en wordt de verwerkte taak vervolgens in de blokkeringswachtrij geplaatst om later te kunnen worden afgedrukt.
-
Proefdruk: hiermee wordt één exemplaar van een taak verwerkt en afgedrukt. Deze actie is nuttig om de taakuitvoer te controleren voordat u het aantal exemplaren afdrukt dat in de taak is opgegeven.
Taakactie gebruiken: hiermee wordt de taakactie uitgevoerd die is geconfigureerd in de instellingen voor overdrachtmappen.
- Klik op OK om de instellingen op te slaan.