Fiery Command WorkStation

Fiery Hot Folders

Navigatie verbergen of weergevenVorige onderwerpVolgende onderwerpDelenAfdrukkenPDF

De taakactie voor een overdrachtmap opgeven

Wanneer u een overdrachtmap aansluit op een Fiery-server, moet u ook een taakactie opgeven, die bepaalt hoe de Fiery-server de taak afhandelt.

Sommige taakacties worden mogelijk niet ondersteund op uw Fiery-server, of ze worden ondersteund maar zijn niet ingeschakeld.

  1. Selecteer de overdrachtmap in de Fiery Hot Folders-console en klik vervolgens op Bewerken.
  2. Selecteer in het venster Instellingen voor overdrachtmappen een van de volgende opties in het menu Taakactie:
    • Apparaatnaam geblokkeerd: hiermee wordt een taak naar de Blokkeringswachtrij gestuurd, waar deze naar de vaste schijf van de Fiery-server wordt overgebracht en in de wachtrij wordt gehouden om op een later tijdstip te worden afgedrukt.

    • Apparaatnaam afdrukken: hiermee verzendt u een taak naar de wachtrij Afdrukken, waar deze wordt verwerkt en afgedrukt in de volgorde waarin de taak werd ontvangen.

    • Apparaatnaam direct: hiermee wordt een taak naar de directe verbinding gestuurd, waar deze alleen wordt verwerkt wanneer de Fiery-server inactief is. Als de Fiery-server bezet is, blijft de taak in de wachtrij totdat de Fiery-server klaar is. De taak wordt verwerkt zodra de vorige taak is beëindigd en voordat de volgende taak in de wachtrij wordt verwerkt.

      Taken die via de directe verbinding worden verzonden, kunnen niet worden geselecteerd voor opnieuw afdrukken, verplaatsen of verwijderen. De directe verbinding biedt daarom enige beveiliging voor gevoelige of vertrouwelijke bestanden. Taken die naar de directe verbinding zijn verzonden, verschijnen wel in het takenlogboek. Dit is uitsluitend om administratieve redenen.

      Wanneer u de directe verbinding kiest, wordt Taakeigenschappen uitgeschakeld en is Preflight niet beschikbaar.

    • Verwerken en blokkeren: hiermee wordt een taak verwerkt en wordt de verwerkte taak vervolgens in de Blokkeringswachtrij geplaatst om later te kunnen worden afgedrukt.

    • Afdrukken en blokkeren: hiermee wordt een taak verwerkt en afgedrukt, en wordt de verwerkte taak vervolgens in de Blokkeringswachtij geplaatst om opnieuw te worden afgedrukt of voor later gebruik.

    • Afdrukken en verwijderen: hiermee wordt een taak verwerkt en afgedrukt en wordt de verwerkte taak vervolgens verwijderd. De taak wordt niet weergegeven in de wachtrij Afgedrukt.

    • Proefdruk: hiermee wordt één exemplaar van een taak verwerkt en afgedrukt. Deze taakactie is nuttig om de taakuitvoer te controleren voordat u het aantal exemplaren afdrukt dat in de taak is opgegeven.