Verifier instellen voor kleurverificatie
Als u de kleurnauwkeurigheid wilt controleren, moet u een referentie selecteren en acceptabele dE-toleranties definiëren. De referentie kunnen karakteriseringsgegevens zijn, een simulatieprofiel of meetwaarden van een andere afdruk.
- Start Verifier, klik op Preferences (Voorkeuren) en klik op het tabblad General (Algemeen).
- Selecteer een controlebalk.
U kunt ook een aangepaste controlebalk selecteren door op Add (Toevoegen) (+) te klikken. In de volgende tabel staat welk type controlebalk voor elke referentie geschikt is:
Type controlebalk
Metingsbestand van externe container
SWOP/GRACoL
Fogra-karakteriseringsgegevens
EFI -grafiek Ja Nee Nee IDEAlliance ISO 12647-7 Ja Ja Nee Ugra Fogra-MediaWedge Ja Ja Ja - Selecteer een set met karakteriseringsgegevens.
Als u ook Load characterization data automatically (Karakteriseringsgegevens automatisch laden) selecteert, controleert Verifier automatisch de gemeten waarden en vergelijkt deze met de referentie wanneer u de controlebalk hebt gemeten. U hoeft de set met karakteriseringsgegevens niet handmatig te zoeken.
- Selecteer onder User interface (Gebruikersinterface) de optie Enable measurement approval (Meetgoedkeuring inschakelen) (optioneel)
Taken worden alleen als kleurnauwkeurig geverifieerd als alle kleurmetingen binnen de gedefinieerde tolerantielimieten liggen. Door meetgoedkeuring in te schakelen kunt u een goed resultaat afdwingen als bepaalde dE-waarden slechts marginaal worden overschreden.
- Klik op het tabblad Comparison Settings (Vergelijkingsinstellingen). Definieer onder Tolerance limits (Tolerantielimieten) de hoogste aanvaardbare marge bij het verifiëren van de kleurnauwkeurigheid van de afdruk ten opzichte van een referentie. Kies een van de volgende mogelijkheden:
Selecteer een tolerantievoorkeuze voor een erkende standaard. U kunt ook vooraf ingestelde waarden wijzigen.
Definieer aangepaste tolerantielimieten (huisstandaard) door de standaardwaarden te bewerken.
Selecteer Use for dynamic wedge (Gebruiken voor dynamische wig) (optioneel). Als u een dynamische wig wilt verifiëren, kunt u alleen de dE-toleranties definiëren. Andere waarden zijn niet toegestaan vanwege de unieke samenstelling van de kleurvlakken voor elke taak.
- Klik op Normative (Normatief) of Informative (Informatief) voor elke tolerantielimiet.
De knoppen beïnvloeden taakverificatie als volgt:
Knop
Beschrijving
Normative (Normatief)
Normatieve waarden worden geëvalueerd. Als een van de metingen buiten het opgegeven tolerantiebereik ligt, geeft dit aan dat het resultaat niet bevredigend is en zal verificatie mislukken.
Informative (Informatief)
Informatieve waarden worden alleen voor referentiedoeleinden geëvalueerd en hebben geen invloed op het al dan niet slagen van de verificatie van de taak. Daarom kan een algeheel slagingsresultaat worden bereikt zelfs als een informatieve waarde de gedefinieerde limieten overschrijdt.
Off (Uit)
Als u Off (Uit) selecteert, wordt de tolerantielimiet niet geëvalueerd en wordt deze niet opgenomen in de evaluatie.
- Selecteer Show preset in XF Client (Voorkeuze weergeven in XF-client) (optioneel).
Met deze instelling kan de voorkeuze worden geselecteerd in een workflow die is ingesteld voor kleurverificatie.
- Klik op Save (Opslaan) (optioneel).
Deze instelling slaat aangepaste limieten op als voorkeuze.