U kunt een profiel maken voor een printer die is verbonden met een Fiery server. De Fiery server moet toegankelijk zijn vanaf de computer via het netwerk.

1. Klik in Fiery Color Profiler Suite op Printer om Fiery Printer Profiler te starten en klik vervolgens op Vlakken afdrukken. Ik wil starten vanaf het begin.
2. Typ in het venster Welkom de nieuwe profielnaam en selecteer de Fiery server in de lijst en klik vervolgens op Volgende.

   Als de Fiery server niet in de lijst voorkomt, klikt u op het plusteken om deze toe te voegen via het IP-adres of door te zoeken.

   Voor de Fiery-systemen kiest u de optie CMYK voor de Kleurenruimte.

3. Klik in het venster Kalibratie instellen op de juiste optie en klik op Volgende.
   • Nieuwe kalibratie-instelling maken: hiermee maakt u een nieuwe kalibratie-instelling voor de media waarvoor een profiel moet worden gemaakt. Deze optie is de optimale keuze. Selecteer deze optie als u G7-kalibratie wilt opnemen als onderdeel van het kalibratieproces. Als G7-kalibratie gewenst is, selecteert u de optie G7-kalibratiedoel grijsbalans.
   • Bestaande kalibratie-instelling gebruiken: gebruik bestaande kalibratie-instellingen bij het opnieuw kalibreren. Hiermee drukt u kalibratiekleurvlakken af voor metingen bij het opnieuw kalibreren op basis van de geselecteerde kalibratie-instelling voordat u een profiel maakt. Een bestaande kalibratie-instelling leidt alleen dan tot een hogekwaliteitsprofiel als deze is gemaakt voor (bijna) dezelfde media als de media waarvoor een profiel wordt gemaakt.
   • Selecteer Herkalibratie overslaan alleen als deze kalibratie-instelling up-to-date is. (De Fiery server is onlangs gekalibreerd voor deze kalibratie-instelling.) Voltooi in dat geval stap 4 en ga vervolgens naar stap 10.

     Als Kalibratie overslaan is geselecteerd, wordt de geselecteerde kalibratie-instelling gebruikt om profileringspagina's onmiddellijk zonder kalibratie af te drukken. Sla de kalibratie alleen over als de kalibratie-instelling net is gemaakt.

   Opmerking: Als de Fiery server geen kalibratie ondersteunt, slaat u deze stap over en gaat u naar stap 10.
4. Selecteer een CMYK-bronprofiel in de lijst en klik op Volgende.

   Het CMYK-bronprofiel wordt gebruikt voor het maken van de servervoorinstelling en het afdrukken van de profieltestpagina.

5. Selecteer het instrument, de kleurvlakopmaak en de papiertabelgrootte voor het afdrukken van de kalibratiepagina. We raden u ook aan de printer op te warmen door minimaal 10 opwarmpagina’s af te drukken.

   Meer kalibratievlakken zijn doorgaans beter, maar de metingen duren dan langer.

   Klik op Instellingen naast het instrument om de instrumentinstellingen te wijzigen.

   Klik op Afdrukken. Ga naar stap 6 om de afdrukinstellingen in te stellen.

6. Geef de afdrukinstellingen op en klik op OK.

   Geef instellingen inclusief afbeeldingsopties op, zoals raster en resolutie, en media-instellingen. De beste werkwijze is het kiezen van de media met een vermelding van de papiercatalogus.

7. Haal de pagina’s op bij de printer en volg de instructies op het scherm om de kalibratiepagina te meten. (Eventuele opwarmpagina’s kunt u weggooien.)
8. Bekijk de meetresultaten en klik op Volgende in het venster Vlakopmaak.
9. Selecteer het instrument, de vlakkenset en de tabelgrootte voor het afdrukken van de profielmeetpagina’s.

   Klik op Instellingen om instellingen voor het meetinstrument te configureren. Gebruik altijd minstens 928 kleurvlakken voor een profiel met hoge kwaliteit.

   Als u meerdere sets met pagina’s wilt meten en vervolgens één gegevensset met het gemiddelde van de metingen wilt gebruiken om het profiel te maken, geeft u het aantal paginasets op dat u wilt afdrukken.

10. Klik op Afdrukken.
11. Haal de meetpagina's op bij de printer en volg de instructies op het scherm om de meetpagina's te meten.
    Opmerking: Als de printer de pagina's automatisch heeft gemeten, kunt u deze stap overslaan.
12. Controleer de resultaten in het venster Samenvatting.

    Controleer of de dE-waarden (gemiddelde en maximum) niet rood gekleurd zijn. Als dit wel het geval is, waren de meetwaarden niet nauwkeurig en wilt u deze mogelijk opnieuw meten.

    Klik op Gemiddelde metingen om alle meetsets te bekijken en ga verder met het meten van de volgende set, indien van toepassing.

13. Selecteer in het venster Instellingen toepassen het fabrieksprofiel van de Fiery server voor papier waarvoor u een profiel maakt (gecoat, niet-gecoat). Hiermee worden de profielinstellingen geladen die zijn gebruikt om het door de fabrikant goedgekeurde fabrieksprofiel te maken.
    Opmerking: Soms worden de fabrieksprofielen van de Fiery server niet weergegeven in het menu Profielinstellingen. Gebruik in dat geval de opdracht Importeren in het menu Instellingen om verbinding te maken met de Fiery server om het fabrieksprofiel te kiezen.
    Opmerking: Welke instellingen beschikbaar zijn, hangt af van de mogelijkheden van de printer.
14. Kies Installeren op Fiery-server in het venster Profiel opslaan. Controleer of de juiste Fiery server is geselecteerd.

    Het profiel wordt gemaakt wanneer u op Volgende klikt en wordt vervolgens geïnstalleerd op de Fiery server.

    Er is nu een servervoorinstelling beschikbaar, waarmee u kunt afdrukken met de nieuwe kalibratie, het uitvoerprofiel, het bronprofiel en alle afdrukinstellingen die worden gebruikt om het uitvoerprofiel te maken.