Profielinstellingen toepassen (voor niet-Fiery Edge-profielen)
Na het uitvoeren of importeren van metingen in Printer Profiler kunt u in het venster Instellingen toepassen de gammatoewijzing, scheidingsinstellingen, profieloptimalisatie en weergaveomstandigheden van het profiel instellen. U wordt sterk aangeraden om de bestaande instellingen te laden vanuit een standaardfabrieksprofiel van uw Fiery server en het type papier (gecoat, niet-gecoat) dat u wenst te profileren.
Het profiel dat u selecteert in de lijst Instellingen in het venster Instellingen toepassen bepaalt welke workflow voor kleurprofilering wordt gebruikt. De gebruikersinterface toont de beschikbare opties voor het profiel dat u selecteert.
Raadpleeg Zwartregelingen voor Fiery Edge-profielen bewerken voor meer informatie over Fiery Edge-technologie voor kleurprofilering.
Instellingen laden
Pas de instellingen van een bestaand profiel toe.
Maximum GCR (maximale VGC) instellen
De optie Maximum GCR stelt de scheidingsinstellingen (zwartregelingen) automatisch in om de GCR (vervanging van grijscomponenten) van het profiel te maximaliseren.
Maximum GCR kan helpen om de grijsbalans van afdrukken te verbeteren, beter te voldoen aan de industrienormen en het uitvoergamma te maximaliseren.
Profieloptimalisatie instellen
De optie Nauwkeurigheid kleurmeting optimaliseren gebruikt optimalisatie om de nauwkeurigheid van kleurmetingen te vergroten en waarden voor dE (ook wel ΔE of delta E genoemd) te verlagen.
Weergaveomstandigheden instellen
U kunt de kleur van het omgevingslicht instellen waarin de afdrukken moeten worden bekeken. Het is raadzaam om in de instelling van D50 voor deze optie te behouden en altijd de kleurkwaliteit in een kleurbeoordelingscabine van D50 visueel te beoordelen.
-
Klik op een instelling in de lijst Verlichtingswaarde.
-
Klik op het plusteken (+) om een eigen instelling te maken door een meetinstrument te gebruiken of door de XYZ-waarde op te geven.
Gammatoewijzing instellen
Een uitvoerprofiel bevat informatie voor verschillende typen gammacompressie met verschillende weergavetypen. De instellingen voor weergavetypen bepalen hoe de gammatoewijzing plaatsvindt.
In het venster Gammatoewijzing bewerken worden de toewijzing via kleurmeting, overvloeiing van verzadigde kleuren en perceptuele toewijzing weergegeven voor gammatoewijzing. Deze instellingen zijn van toepassing op zowel RGB- als CMYK-profielen.
Voor de meeste profielen worden de standaardinstellingen voor de gammatoewijzingsopties aanbevolen.
Toewijzing via kleurmeting is van toepassing op de weergavetypen Absolute kleurmeting en Relatieve kleurmeting. Hiermee wordt bepaald hoe een uitvoerkleur wordt gekoppeld aan een bronkleur.
Overvloeiing van verzadigde kleuren is van toepassing op het weergavetype Presentatie.
Perceptuele toewijzing is van toepassing op het weergavetype Fotografisch.
- Klik in het venster Instellingen toepassen op de optie Gammatoewijzing bewerken.
- Klik op een van de volgende opties in de lijst Toewijzing via kleurmeting:
Dichtstbijzijnde dE (dichtstbijzijnde numerieke overeenkomst): hiermee stelt u de uitvoerkleurwaarde in die numeriek het dichtst in de buurt komt bij de waarde voor de bronkleur in eenheden van dE 76. Deze instelling levert over het algemeen de visueel meest aantrekkelijke kleur op.
Dichtstbijzijnde dE verbeterde schaduwen (voor beperkte gamma’s): hiermee stelt u de uitvoerkleurwaarde in die numeriek het dichtst in de buurt komt bij de waarde voor de bronkleur, behalve dat kleurwaarden in schaduwgebieden worden aangepast voor zachtere overgangen. Deze instelling kan zorgen voor betere resultaten bij het maken van profielen op media met een klein gamma.
Constante kleurtoon (soms visueel aantrekkelijker): hiermee stelt u de uitvoerkleurwaarde in die het dichtst in de buurt komt bij de waarde voor de bronkleur in dezelfde kleurtoon. Deze instelling kan een meer gewenste uitvoer opleveren dan Dichtstbijzijnde dE (dichtstbijzijnde numerieke overeenkomst). Een mengeling van zuiver wit tot zuiver blauw verloopt bijvoorbeeld vloeiender met deze instelling. Fotografische afbeeldingen met veel blauwe luchttinten worden hiermee eveneens beter weergegeven.
- Dichtstbijzijnde dE 2000 (dichtstbijzijnde numerieke overeenkomst): hiermee stelt u de uitvoerkleurwaarde in die numeriek het dichtst in de buurt komt bij de waarde voor de bronkleur in eenheden van dE 2000. Deze instelling levert over het algemeen de visueel meest aantrekkelijke kleur op.
- Klik op een van de volgende opties in de lijst Overvloeiing van verzadigde kleuren:
Gamma-overvloeiing verbeteren (vloeiender overgangen): hiermee worden vloeiende overgangen door het hele gamma heen gegenereerd, waarbij grotere kleuraanpassingen verder van de neutrale as plaatsvinden.
Presentatiemethode van EFI Profiler 1.5 gebruiken: hiermee wordt de continuïteit gehandhaafd als u EFI Color Profiler v1.5 hebt gebruikt voor het maken van profielen en het profiel dat u nu aan het maken bent, wilt afstemmen op uw bestaande profielen.
CIECAM-verzadiging: hiermee worden natuurlijker kleuren geproduceerd bij gebruik van het weergavetype Presentatie, op basis van het nieuwste kleurenmodel (Color Appearance Model) van CIE.
- Klik op een van de volgende opties in de lijst Perceptuele toewijzing:
EFI fotografisch (Met Fiery-workflows overeenkomen): komt overeen met Fiery-workflows.
Perceptueel (ICC-standaard): standaard-ICC-toewijzing.
CIECAM-presentatie: hiermee worden natuurlijkere kleuren geproduceerd bij gebruik van het weergavetype Fotografisch, op basis van het nieuwste kleurenmodel (Color Appearance Model) van CIE.
Scheidingsinstellingen handmatig opgeven
Scheidingsinstellingen bepalen hoe zwart wordt verwerkt in de uitvoer. U kunt zwartregelingen voor CMYK-profielen bewerken. Als u een RGB-profiel maakt, worden geen scheidingsinstellingen weergegeven.
- Klik in het venster Instellingen toepassen op Zwartregelingen bewerken.
- Stel de volgende waarden in in het venster Zwartregelingen bewerken:
Maximum totale inkt: hiermee stelt u de totale hoeveelheid inkt in die is toegestaan voor de vier kanalen: cyaan, magenta, geel en zwart. De maximumwaarde is 400%, dat wil zeggen: 100% voor elk kanaal. Verschillende typen uitvoerapparaten hebben standaardwaarden voor maximum totale inkt. De instelling die uit het standaardfabrieksprofiel wordt geïmporteerd, is een waarde die geschikt is voor het specifieke systeem waarvoor een profiel wordt gemaakt.
Maximum zwarte inkt: hiermee stelt u de totale hoeveelheid inkt in die is toegestaan voor zwart. U kunt een lagere waarde dan 100% instellen als die waarde ongewenste effecten oplevert, zoals een ongewenst verschil tussen zwart en andere kleuren. Het is bijna altijd wenselijk om deze waarde op 100% te laten.
Beginzwart: hiermee stelt u het minimumpercentage inkt in waarmee zwart wordt ingebracht in de mengeling van inktkleuren die een specifieke kleurschakering vormt. U kunt het beginpunt instellen op 10-25% om de korreligheid te verminderen bij hoge lichten als het zwartraster korrelig is door het beginpunt zwart te verhogen.
Zwartgeneratie: hiermee regelt u de vorm van de inktdichtheidscurve van de zwarte scheiding. Verhoog deze waarde om meer zwart in plaats van andere kleurstoffen te gebruiken en het contrast te verhogen. Verlaag deze waarde als het contrast in de zwarte scheiding te hoog is.
Stel de optie Beginzwart in voordat u de optie Zwartgeneratie instelt. Zwartgeneratie regelt de uitvoer van zwart van de waarden Beginzwart tot Maximum zwarte inkt. Voor maximale zwartgeneratie stelt u Zwartgeneratie in op 99%. Stel Zwartgeneratie niet in op 100% als de maximale zwarte inkt ook op 100% is ingesteld.
Zwart verhogen in schaduwen: op sommige printers kan het toevoegen van cyaan, magenta en/of geel aan zwarte inkt ertoe leiden dat de zwartwaarde lichter wordt in plaats van donkerder en voller. Als u deze instelling aanpast, kunnen schaduwen er aantrekkelijker uitzien op deze printers.
Maximale dichtheidsfactor CMYK: hiermee wordt de weergave van het donkere punt van een ICC-profiel beïnvloed.
Als deze optie niet is geselecteerd, wordt het donkere punt automatisch bepaald. Automatische selectie werkt goed voor de meeste algemene toepassingen.
Met deze optie kunt u de hoeveelheid zwart in het donkere punt opgeven. Een verhouding van 0% betekent dat het donkere punt van het profiel alleen K bevat. Een verhouding van 30% betekent dat het donkere punt 70% K bevat plus een aanvullend percentage CMY (tot Maximum totale inkt). Deze optie werkt goed in situaties waarin 100% K donkerder is dan 400% CMYK.
Zwartbreedte: hiermee regelt u de afstand tot de neutrale as waarbij zwartgeneratie wordt toegepast. Bij een hogere waarde wordt meer zwart dat ver van de as vandaan ligt in verzadigde kleuren gebruikt. Bij een lagere waarde wordt zo ver van de neutrale as vandaan geen zwartgeneratie toegepast.
Hoev. zwart voor uitbreiding van gamma: bij de meeste printers is de standaardwaarde van 100% voldoende. Als het zwarte raster in verzadigde kleuren er korrelig uitziet, verlaagt u het percentage.