U kunt taken afwerken met subsets van hoofdstukken, subsets van vellen of aangepaste subsets.

1. Klik in het deelvenster Instellingen op de gewenste opties in de menu's Vouwen, Perforeren en Nieten.
2. Als u een afwerking met subsets van hoofdstukken wilt toepassen, moet u het volgende doen:
   1. Selecteer een hoofdstukbeginpagina in het deelvenster Paginaweergave en klik op Acties > Hoofdstukbegin.
   2. Klik in het deelvenster Instellingen op Hoofdstukken in het menu Setdefinitie.
3. Wijs desgewenst globale media toe.
4. Als u subsets van gelijke lengte (subsets van vellen) wilt hebben, selecteert u Aantal vellen in het menu Setdefinitie in het deelvenster Instellingen. Typ het aantal vellen dat een subset moet tellen.
5. Als u een afwerking met aangepaste subsets wilt toepassen, moet u het volgende doen:
   1. Klik in het deelvenster Instellingen op Aangepast in het menu Setdefinitie.
   2. Selecteer in het deelvenster Velweergave het beginvel van een subset, klik met de rechtermuisknop en selecteer Subset maken. Herhaal dit voor elke subset.
6. Verwijder ongewenste afwerkingsopties uit afzonderlijke subsets.
7. U kunt op een van de volgende manieren media toewijzen:

   • Als u media wilt toewijzen aan afzonderlijke subsets, klikt u met de rechtermuisknop op de kop van de subset en selecteert u Media toewijzen.

   • Als u media wilt toewijzen aan afzonderlijke vellen of een bereik van vellen in een subset, selecteert u de vellen, klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u Media toewijzen.

8. Als u andere functies wilt uitvoeren op de subset, klikt u met de rechtermuisknop op de kopbalk en maakt u een keuze in het menu.
9. Als u een subset wilt verwijderen, selecteert u deze, klikt u er met de rechtermuisknop op en selecteert u Subset verwijderen.