Verticale perforatie opgeven

Selecteer in Moduletype de optie PFM of RTM, afhankelijk van het type taak.

Selecteer in PFM L/R of RTM L/R het type perforatie dat moet worden toegepast aan de linker- en rechterzijde van het vel.

Opmerking: Voor RTM worden Aantal verticale perforaties en Segmenten automatisch ingesteld op 1 na het opgeven van perforaties rechts en links. Indien nodig kunt u deze waarden wijzigen.

In Aantal verticale perforaties selecteert u het aantal verticale perforaties dat in de taak nodig is. Wanneer u het aantal verticale perforaties selecteert, worden de instellingen voor de patroondefinitie weergegeven. Houd rekening met het volgende:

PFM ondersteunt slechts één doorlopende verticale perforatie aan de linker- en rechterzijde van het vel.
Afhankelijk van het aantal verticale perforaties dat u hebt geselecteerd, worden voor RTM overeenkomstige rijen met patroondefinities weergegeven.

Definieer in Patroondefinitie de positie van de verticale perforatie. Posities van perforaties rechts en links worden berekend vanaf de rechterrand van het afwerkformaat.

Definieer in de instellingen voor X1R en X1L de positie van de perforatie aan de rechter- en linkerzijde van het vel.
Opmerking: PFM ondersteunt slechts één verticale perforatie.
Voor RTM geeft u de X-positie op van elke perforatie aan de rechter- en linkerzijde van het vel, afhankelijk van het aantal verticale perforaties dat u in Aantal verticale perforaties hebt geselecteerd.

Voor RTM geeft u de volgende aanvullende instellingen op:

Segmenten: Geef het aantal segmenten op dat nodig is in de verticale perforatie.
Positie: Geef de begin- en eindpositie op van elk segment van de perforatie. Positie wordt berekend vanaf de invoerrand van het afwerkformaat. Afhankelijk van het aantal geselecteerde segmenten wordt een overeenkomstig aantal positie-instellingen weergegeven.

Opmerking: Alleen RTM kan gesegmenteerde perforatie uitvoeren.