Afwerkingsvoorkeuren instellen
-
Selecteer een taak in de lijst Geblokkeerd in Command WorkStation en open Fiery Impose op een van de volgende manieren:
- Selecteer Impose in het menu Acties.
- Klik met de rechtermuisknop op de taak en selecteer Impose.
-
Selecteer in Fiery Impose Bewerken > Voorkeuren > Afwerkeenheden.
Opmerking: Op Windows-computers stelt u Fiery Impose-voorkeuren in in Bewerken > Voorkeuren. Op Mac-computers bevinden de voorkeuren zich onder het Fiery Command WorkStation-menu in het venster Fiery Impose.
- Vink het selectievakje Integratie van afwerkeenheid toestaan aan om de instellingen in het gedeelte Integratie van afwerkeenheid op te geven. U kunt dit selectievakje uitvinken wanneer de afwerkeenheid niet wordt gebruikt.
-
Selecteer de gewenste afwerkeenheid in de lijst Apparaat selecteren.
Opmerking: U kunt een afwerkopmaak maken met de Duplo DC-618-afwerkeenheid. Andere afwerkeenheden die onder Apparaat selecteren worden vermeld, ondersteunen alleen het importeren van een opmaak of voorkeuze die door de afwerkeenheid is gegenereerd.
-
Geef in IP PC-controller het IP-adres op van de computer waarop de Duplo PC-controllersoftware is geïnstalleerd.
U kunt klikken op Testen om de verbinding tussen de Fiery-server en de computer te testen met de Duplo PC-controllersoftware.
Houd rekening met het volgende:
- IP PC-controller wordt alleen weergegeven op Windows-computers.
- De computer van de Duplo PC-controller vereist een kleine wijziging in de configuratie om de integratie met Fiery Impose mogelijk te maken. Raadpleeg de documentatie bij de Duplo PC-controllersoftware voor meer informatie.
-
U kunt op een van de volgende manieren toegang krijgen tot de installatiemap op de computer van de Duplo PC-controller:
- Geef in Voorkeuzepad het pad op naar de installatiemap op de computer van de Duplo PC-controller.
De installatiemap bevat configuratiebestanden met details over het importeren en exporteren van mappen die u op de computer van de Duplo PC-controller hebt gemaakt.
- Klik op Bladeren om de installatiemap te selecteren op de computer van de Duplo PC-controller en vul het veld Voorkeuzepad in.
Opmerking: De geïmporteerde voorkeuzen zijn beschikbaar in de lijst Voorkeuze afwerkeenheid op het tabblad Opmaakinstellingen. - Geef in Voorkeuzepad het pad op naar de installatiemap op de computer van de Duplo PC-controller.
-
Geef het aantal perforatiemodules op dat beschikbaar is op de afwerkeenheid uit de betreffende lijst.
- CPM (Cross Perforation Module of kruisperforatiemodule) - CPM is een optionele module die op de afwerkeenheid wordt geïnstalleerd om horizontale of kruisperforatie te ondersteunen. Perforatie wordt parallel aan de invoerzijde uitgevoerd. Als de taak horizontale perforatie vereist, moet minstens één CPM-module beschikbaar zijn voor gebruik op de afwerkeenheid. U moet het aantal beschikbare modules op de afwerkeenheid selecteren om horizontale perforatie uit te voeren.
- PFM (Perforation Module-Vertical of Perforatiemodule-verticaal) - Perforatie wordt uitgevoerd in de richting die loodrecht op de invoerzijde staat. Als de taak verticale perforatie vereist, moet minstens één PFM-module beschikbaar zijn voor gebruik op de afwerkeenheid. U moet het aantal beschikbare modules op de afwerkeenheid selecteren om verticale perforatie uit te voeren.
- RTM (Rotary Tool Module of Roterende gereedschapsmodule) - Een geavanceerde verticale perforatie-eenheid die twee perforaties tegelijk kan uitvoeren op de rechterzijde en de linkerzijde van de afgedrukte uitvoer. U kunt maximaal twee RTM's op één afwerkeenheid installeren.
-
In Minimaal streepjescodebereik en Maximaal streepjescodebereik geeft u het minimale en maximale streepjescodebereik voor de afwerkopmaak op.
Opmerking: De streepjescode wordt gebruikt om de voorkeuze te identificeren die op een taak is toegepast. Wanneer u een voorkeuze vanaf de computer van de Duplo PC-controller exporteert, wordt er een streepjescodenummer op het vel geplaatst wanneer de taak wordt afgedrukt. Wanneer u de afgedrukte uitvoer in de afwerkeenheid invoert, scant de scanner in de afwerkeenheid de streepjescode en gebruikt deze het voorkeuzenummer om automatisch de juiste opmaak aan de taak toe te wijzen.
Hoofdonderwerp: Een afwerkopmaak maken