Geavanceerde paginanummering en stempels
Met geavanceerde paginanummering kunt u aangepaste nummering en stempels toevoegen aan gedeelten van een taak, zoals een bereik van pagina’s of specifieke hoofdstukken.
U kunt verschillende stijlen opgeven voor verschillende gedeelten van het document, bijvoorbeeld Romeinse cijfers voor voorwerk en bijlagen, en Arabische cijfers voor de inhoud van het document. U kunt ook pagina’s aanwijzen waarop geen paginanummer moet worden afgedrukt, maar die wel meetellen voor het paginatotaal.
In de onderstaande voorbeelden worden enkele gebruiksmogelijkheden van de functie voor geavanceerde paginanummering beschreven:
- In een taak met vijf pagina’s waarin elke pagina wordt geteld, worden de pagina’s genummerd als (1, 2, 3, 4, 5).
- In een taak met vijf pagina’s waarin elke pagina wordt geteld met 10 als beginnummer, worden de pagina’s genummerd als (10, 11, 12, 13, 14).
- In een taak met vijf pagina’s waarin elke pagina wordt geteld met 2 als intervalwaarde, worden de pagina’s genummerd als (1, 3, 5, 7, 9).
- In een taak met vijf pagina’s waarin alleen de laatste pagina wordt geteld, worden de pagina’s genummerd als (x, x, x, x, 1) waarbij x voor een pagina staat waarop geen nummer wordt afgedrukt.
- In een taak met vijf pagina’s waarin de eerste twee pagina’s worden overgeslagen, worden de pagina’s genummerd als (x, x, 3, 4, 5) waarbij x voor een pagina staat waarop geen nummer wordt afgedrukt.
- In een taak met tien pagina’s die is ingedeeld in hoofdstukken, met twee pagina’s per hoofdstuk (totaal vijf hoofdstukken), worden de pagina’s genummerd als ([1, 2], [1, 2], [1, 2], [1, 2], [1, 2]) waarbij [] voor een hoofdstuk staat.
- In een meerdelig NCR-blok worden alle pagina's in een set hetzelfde genummerd (1, 1, 1, 2, 2, 2, 3, 3, 3), waarbij een set uit drie gedeelten bestaat.
Raadpleeg Werkruimte voor geavanceerde paginanummering en Geavanceerde opties voor paginanummering instellen voor informatie over de beschikbare besturingselementen voor de geavanceerde paginanummeringsfunctie en het gebruik ervan.
Type en Bereik
Voeg een bereik van pagina’s of hoofdstukken, of het volledige document toe om opties voor geavanceerde paginanummering beschikbaar te maken. Hieronder worden de mogelijke instellingen van het dialoogvenster voor Type en Bereik weergegeven:
Type | Bereik |
---|---|
Pagina | Paginanummers of paginabereiken, gescheiden door komma’s |
Document | Alle pagina's |
Hoofdstuk | Hoofdstuknummers of hoofdstukbereiken, gescheiden door komma’s |
Eigenschappen van nummering
Voeg voor elk bereik de eigenschappen van de nummering toe. U hebt de volgende opties:
Element | Opties | Indeling |
---|---|---|
Pagina |
|
Meerdere indelingen: 1,2,3 a,b,c A,B,C i,ii,iii I,II,III |
Hoofdstuk |
|
Meerdere indelingen: 1,2,3 a,b,c A,B,C i,ii,iii I,II,III |
Document | Naam | |
Datum en tijd |
|
Meerdere indelingen |