Fiery-toepassingen voor drukwerkvoorbereiding v4.8

Navigatie verbergen of weergevenVorige onderwerpVolgende onderwerpDelenAfdrukkenPDF

Drukkerstekens instellen in Fiery Impose

In Fiery Impose kunt u drukkerstekens instellen. U kunt ook tekens en afzonderlijke elementen van het taaklabel in- of uitschakelen.

De locatie van een vouw wordt aangegeven door een stippellijn, de zogenoemde vouwlijn. De locatie van een snede wordt aangegeven door een ononderbroken lijn, het snijteken. Het formaat en de locatie van de marges (de ruimte rond het gebied met inhoud van de pagina), de rugmarges (ruimte tussen pagina’s) en eventuele aflopende bedrukking (waarbij de inhoud doorloopt voorbij een snijlijn; wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat het bedrukte gebied doorloopt tot de randen van een bijgesneden pagina) worden ook aangegeven met speciale tekens. U kunt kiezen tussen snijlijnen in de standaardstijl of Japanse stijltekens.
  • Gebruik drukkerstekens om snijtekens, vouwlijnen en taakgegevens toe te voegen aan alle vellen in een taak. Met de optie Drukkerstekens worden de tekens overal binnen een taak ingeschakeld. In opmaakmodellen worden alleen de relevante drukkerstekens weergegeven. Als het in het opmaakmodel niet vereist is dat het vel wordt gevouwen, worden vouwlijnen niet weergegeven, zelfs als u deze hebt geselecteerd.

  • Gebruik het dialoogvenster Markeringen om snijtekens, vouwlijnen en de afzonderlijke elementen van het taaklabel in of uit te schakelen.

Opmerking: Drukkerstekens in de workflow met het afwerkformaat Door gebruiker gedefinieerd worden altijd uitgelijnd met de rand van het afwerkformaat.

Drukkerstekens definiëren

U kunt drukkerstekens instellen in het dialoogvenster Markeringen.

  1. Klik in het deelvenster Instellingen op Definiëren om het dialoogvenster Markeringen te openen.
  2. Gebruik de tabbladen Snijden, Vouwen, Taaklabel, Blanco tekst en Registratie en barcode om instellingen op te geven.
Opmerking: Het Taaklabel voor VDP-taken toont andere informatie dan voor niet-VDP-taken.

Snijlijnen instellen

Op het tabblad Afsnijden kunt u snijlijnen instellen.

  1. Klik op het tabblad Afsnijden.
  2. Schakel het selectievakje Snijlijnen afdrukken in.
  3. Kies een optie in het menu Stijl:
    • Standaard: de markeringen worden in een westerse standaardstijl afgedrukt (enkele markeringen in de hoeken). Dit is de standaardinstelling.
    • Japans: de markeringen worden in een Japanse stijl afgedrukt (markeringen in de hoeken en in het midden van elke paginazijde).

      Als de afloopwaarde 0 is, worden de Japanse markeringen op één lijn weergegeven, vergelijkbaar met de standaardstijl. Als een afloopwaarde is ingesteld, worden twee hoekmarkeringen weergegeven, om de snijlijnen en de afloop weer te geven.

      Opmerking: Taken met Japanse tekens kunnen alleen als vlakgemaakte PDF-taken worden opgeslagen, niet als DBP-indeling. Sjablonen die met Japanse tekens zijn opgeslagen, kunnen alleen worden gebruikt in Fiery Impose.
  4. Stel het volgende in voor de afgedrukte snijlijnen:
    • Stel de horizontale en verticale lengte van de markeringen in, van 1 tot 216 punten.

    • Stel een stippellijn of een ononderbroken lijn in voor Lijntype.

    • Stel voor Lijnbreedte een waarde tussen 1/4 en 3 punten in.

    • Stel de lijnkleur in.

    • Typ in de velden Horizontale en Verticale verschuiving waarden van -72 tot +72 punten, -1,0 tot 1,0 inch of -25,4 tot 25,4 mm.

Vouwlijnen instellen

Op het tabblad Vouwen kunt u de lengte en weergave van vouwlijnen instellen en afzonderlijke lijnen uitschakelen.

  1. Klik in het dialoogvenster Markeringen op het tabblad Geavanceerd.
  2. Schakel het selectievakje Vouwlijnen afdrukken in.
  3. Stel een of meer van de volgende opties in:
    • Geef de horizontale en verticale lengte van de lijnen op, van 1 tot 216 punten.

    • Geef bij Lijntype op of u een stippellijn of ononderbroken lijn wilt gebruiken.

    • Geef bij Lijnbreedte een breedte tussen 1/4 en 3 punten op.

    • Stel bij Lijnkleur de gewenste kleur in.

Taaklabelkenmerken instellen

Op het tabblad Taaklabel kunt u de inhoud en de plaats van het taaklabel instellen. (De inhoud van het taaklabel voor VDP-taken verschilt van die van niet-VDP-taken.)

  1. Klik op het tabblad Taaklabel.
  2. Klik op de selectievakjes (zoals Taaknaam en Velinfo) om de bijbehorende informatie weer te geven in het taaklabel.

    Velinfo voor standaardtaken is onder andere het velnummer en oppervlakte-informatie (voor/achter).

    Bij VDP-taken kunt u ook op het selectievakje Nummer van uitgevoerd vel klikken, dat het absoluut velnummer weergeeft. Als het totale aantal afgedrukte vellen 500 is, loopt het absolute velnummer van 1 tot 500.

  3. Klik op het gebied waar u het label wilt plaatsen.
  4. Klik op Horizontaal of Verticaal om te bepalen of het taaklabel horizontaal of verticaal op het vel wordt geplaatst.
  5. Voer desgewenst X- en Y-waarden voor verschuiving in.

    De verschuiving wordt vanaf het punt van oorsprong gemeten.

Tekst op blanco pagina's instellen

Gebruik het tabblad Tekst blanco pagina om in te stellen welke tekst moet worden weergegeven op impliciete blanco pagina's.

  1. Klik op het tabblad Tekst blanco pagina.
  2. Voer de tekst in die moet worden weergegeven op impliciete blanco pagina's.
  3. Selecteer Tekst blanco pagina afdrukken.

Registratietekens en barcode instellen in Fiery Impose

Uw ingeslagen opmaak kan een registratieteken, een barcode of beide bevatten. Deze opties maken automatische afwijkingscompensatie en machine-instellingen voor de afzonderlijke Duplo-afwerkeenheid mogelijk.

De positie van het registratieteken bepaalt de invoerrand van het vel. Bij de Duplo-afwerkeenheid moet het teken zich immers rechts van de invoerrand van het bovenoppervlak van het vel bevinden.

  1. Klik in het dialoogvenster Tekens op het tabblad Registratieteken en barcode.
  2. Klik op een van de volgende opties in het veld Afdrukken:
    • Niet afdrukken, de standaardinstelling

    • Alleen registratieteken

    • Alleen barcode

    • Registratieteken en barcode

  3. Als u Alleen registratieteken hebt geselecteerd, moet u de volgende instellingen opgeven:
    • Positie: de plaats van het registratieteken op het vel.

    • Lengte van teken en Breedte van teken: het instelbereik voor de lengte is 5 tot 10 mm. Het instelbereik voor de breedte is 0,4 tot 1,6 mm.

    • Verschuiving van teken: de verticale en horizontale verschuiving van de tekenpositie. De standaardwaarde voor zowel de invoerrand als de rechterrand is 5 mm. Het instelbereik is 3 tot 15 mm voor beide.

    • Verschuiving van opmaak: de afstand waarmee de opmaak moet worden verschoven ten opzichte van de invoerrand van het vel om plaats te maken voor het registratieteken en de barcode. Het instelbereik is 0 tot 30 mm.

  4. Als u Alleen barcode hebt geselecteerd, moet u de volgende instellingen opgeven:
    • Positie: de plaats van de barcode op het vel.

    • Type barcode: het lettertype van de barcode.

    • Barcodetekst: een getal van 2 cijfers van 01 t/m 80.

    • Tekst afdrukken: drukt de numerieke weergave van de barcode af op het vel.

    • Verschuiving van teken: de verticale en horizontale verschuiving van de barcodepositie. De standaardwaarde voor de invoerrand is 5 mm en het instelbereik is 3 tot 15 mm. De standaardwaarde voor de rechterrand is 25 mm en het instelbereik is 25 mm tot 42 mm.

    • Verschuiving van opmaak: de afstand waarmee de opmaak moet worden verschoven ten opzichte van de invoerrand van het vel om plaats te maken voor het registratieteken en de barcode. Het instelbereik is 0 tot 30 mm.

  5. Als u Registratieteken en barcode hebt geselecteerd, moet u de instellingen in het deelvenster Registratie opgeven zoals beschreven in stap 3.

    De instellingen gelden zowel voor het registratieteken als voor de barcode. Geef in het deelvenster Barcode de tekst op en geef aan of hij moet worden afgedrukt.

  6. Selecteer desgewenst Tekens alleen op voorzijde afdrukken.
Gebruiksrechtovereenkomst