Met Preflight wordt op elke taak die naar de overdrachtmap wordt verzonden een controle uitgevoerd in de meestvoorkomende foutgebieden, wat kostbare drukfouten voorkomt.

Als voor de overdrachtmap de Directe verbinding is opgegeven als taakactie, is Preflight niet beschikbaar.

Met Preflight wordt een opgegeven actie uitgevoerd op basis van instellingen die u configureert voor een overdrachtmap waarop Preflight is ingeschakeld. Met Preflight wordt op de volgende fouten gecontroleerd:

• Lettertypen - Controleert op ontbrekende lettertypen en de vervanging van het Courier-lettertype.

• Steunkleuren - Controleert op ontbrekende steunkleuren. (U kunt ontbrekende steunkleuren toevoegen in Steunkleuren in Command WorkStation.)

• Resolutie van afbeelding - Controleert op een afbeeldingsresolutie lager dan een opgegeven waarde.

• VDP-hulpbronnen - Controleert op ontbrekende VDP-hulpbronnen.

  U kunt ervoor kiezen een specifiek aantal records te controleren. Selecteer deze optie om een mogelijk lange verwerkingstijd voor Preflight te vermijden.

• Haarlijnen - Controleert op een lijndikte dunner dan een opgegeven waarde.

• Overdruk: hiermee wordt gecontroleerd op overdruk.