JPEG-filter
Het JPEG-filter converteert de meeste standaard-JPEG-bestanden naar PostScript- of PDF-bestanden en biedt opties voor aangepast en automatisch schalen, resolutie, afdrukstand en afbeeldingspositie op de pagina.
De typen invoerbestand voor het JPEG-filter zijn .jpeg en .jpg. U kunt meerdere JPEG-bestanden in een map verzenden, die vervolgens worden samengevoegd en worden uitgevoerd als een enkel PDF-bestand. Als u deze functie wilt inschakelen, selecteert u de optie Alle bestanden samenvoegen indien ingediend als map onder Type uitvoerbestand.
Optie |
Beschrijving |
---|---|
Oorspronkelijk formaat |
Hiermee blijft het formaat van de oorspronkelijke afbeelding behouden. |
Aangepast formaat |
Hiermee wordt de afbeelding geschaald naar de waarden die u invoert voor breedte en hoogte. |
Verhouding behouden |
Hiermee blijft de oorspronkelijke hoogte-breedteverhouding behouden zodat afbeeldingen niet worden uitgerekt of vervormd. Wanneer u deze optie selecteert, voert u slechts een waarde in (hoogte of breedte) en wordt de andere waarde automatisch berekend zodat de verhoudingen van de oorspronkelijke afbeelding behouden blijven. |
Resolutie |
Hiermee wordt de afbeelding geschaald om af te drukken met de resolutie die u opgeeft. De maximale resolutie hangt af van uw afdrukapparaat. |
Automatisch schalen: Aanpassen aan pagina |
Hiermee wordt het formaat van de afbeelding vergroot of verkleind zodat deze automatisch past op het paginaformaat dat u opgeeft in Invoerindelingen. De afbeelding wordt geschaald in verhouding tot het paginaformaat dat u selecteert voor de instelling Formaat onder Pagina. Als u een ander paginaformaat hebt geselecteerd in Taakeigenschappen (tabblad Media), wordt de afbeelding wel geschaald in verhouding tot de instelling Formaat die is opgegeven in Invoerindelingen, maar wordt de taak afgedrukt op het papierformaat dat is opgegeven in Taakeigenschappen. |
Automatisch schalen: Passend verkleinen |
Hiermee wordt het formaat van de afbeelding verkleind zodat deze automatisch past op het opgegeven paginaformaat. Bij Passend verkleinen wordt de afbeelding alleen verkleind. Als de afbeelding al kleiner is dan het paginaformaat, vindt geen aanpassing plaats. De afbeelding wordt geschaald in verhouding tot het paginaformaat dat u selecteert voor de instelling Formaat onder Pagina. Als u een ander paginaformaat hebt geselecteerd in Taakeigenschappen (tabblad Media), wordt de afbeelding wel geschaald in verhouding tot de instelling Formaat die is opgegeven in Invoerindelingen, maar wordt de taak afgedrukt op het papierformaat dat is opgegeven in Taakeigenschappen. |
Alleen schalen naar afdrukbaar gebied |
Hiermee zorgt u dat er niet wordt bijgesneden bij Automatisch schalen: Aanpassen aan pagina en Automatisch schalen: Passend verkleinen. Het afdrukbaar gebied wordt bepaald door uw afdrukapparaat. |
Formaat |
Hiermee geeft u het paginaformaat op voor Automatisch schalen: Aanpassen aan pagina en Automatisch schalen: Passend verkleinen. |
Afdrukstand |
Hiermee geeft u Staand of Liggend op als afdrukstand. Selecteer Beeld automatisch roteren als u automatische rotatie wilt toestaan zodat de afbeelding het best past met de geselecteerde afdrukstand. |
Afbeeldingspositie |
Hiermee plaatst u de afbeelding op de pagina. U kunt kiezen uit Linksboven, Rechtsboven, Linksonder, Rechtsonder en Midden (standaardinstelling). |
Type uitvoerbestand |
Raadpleeg Type uitvoerbestand. |