Fiery Command WorkStation

Fiery Command WorkStation

Navigatie verbergen of weergevenVorige onderwerpVolgende onderwerpDelenAfdrukkenPDF

Job Editor-venster

In Job Editor kunt u uw taak bekijken en bewerken voordat u deze afdrukt.

De menubalk bevat de volgende menu's:
  • Bestand: opties voor het opslaan, verwerken en annuleren van taken. U kunt Job Editor vanuit dit menu ook sluiten.
  • Bewerken: opties om een uitgevoerde actie ongedaan te maken of opnieuw uit te voeren. Selecteer Maateenheid om de standaard maateenheid tijdelijk op te heffen.
    Opmerking: U kunt de standaardmaateenheid opgeven in Taakcentrum. Klik op Bewerken > Voorkeuren en selecteer op het tab Gebied de optie Maateenheden.
  • Weergave: opties om de weergave van de afbeelding te schalen. Deze weergaveopties hebben ook overeenkomstige pictogrammen in de rechterbenedenhoek van het venster. Instellingen zoals Uitlijnen op en Visuele hulpmiddelen die helpen bij de uitlijning van de taak op de substraat, zijn eveneens beschikbaar.
  • Sjabloon: opties om sjablonen op te slaan, te beheren en toe te passen. Sjablonen worden gemaakt op basis van vooraf gedefinieerde instellingen voor een taak. Sjablonen worden gecategoriseerd als Normaal, Step-and-repeat of Nesting, afhankelijk van de instellingen die zijn toegepast.
  • Help: opent de Job Editor Help.
De volgende tabbladen bevinden zich rechts van het venster Job Editor:
  • Taakinfo: het deelvenster Taakinformatie toont de naam van de taak, het ID-nummer, het formaat, de kleurmodus, de afdrukresolutie, het gecorrigeerde substraatformaat en de geselecteerde sjabloon. U kunt taakspecifieke informatie vastleggen in het gebied Taakopmerkingen.
  • Opmaak: in het deelvenster Step-and-repeat kunt u meerdere exemplaren (klonen) van een taak maken en instellingen toepassen voor spiegelen, verschuiven, roteren en neerzetten voor het ontwerpen van de naadloze herhalingspatronen die nodig zijn in de textielindustrie.
  • Substraat: in het deelvenster Substraatinstellingen kunt u een taakspecifiek substraat selecteren dat de instelling overschrijft die in Taakeigenschappen is geconfigureerd.
  • Printer: in het deelvenster Afdrukinstellingen kunt u het vereiste aantal afdrukexemplaren, een afdruklengte of een afdrukbereik opgeven.
    Opmerking: Instellingen voor afdrukbereik zijn alleen beschikbaar voor een taak met meerdere pagina's.
De werkbalk bevat de volgende bedieningselementen:
  • Opslaan: hiermee wordt de taak opgeslagen met de huidige instellingen.
  • Gereedschap Transformeren: hiermee activeert u de instellingen voor schalen, positioneren, roteren, spiegelen en marges.
  • Gereedschap Bijsnijden: hiermee activeert u de instellingen waarmee u een focuspunt van een afbeelding kunt selecteren en ongewenste ruimte eromheen kunt verwijderen.
  • Gereedschap Pannen: hiermee verplaatst u de taak in het venster.
  • Gereedschap Zoomen: hiermee kunt u in- en uitzoomen.
  • Ongedaan maken: hiermee kunt u laatst uitgevoerde actie herstellen.
  • Opnieuw: hiermee voert u de laatst ongedaan gemaakte actie uit of herhaalt u deze.
De statusbalk biedt de volgende bedieningselementen:
  • Verbonden met: hier wordt het IP-adres van de verbonden Fiery-server weergegeven.
  • Taakinfo: hier kunt u snel de details en instellingen bekijken die voor de taak zijn opgegeven.
  • Paginanavigatie: hiermee navigeert u door de pagina's van de taak.
  • Opties voor schalen: hiermee wordt de weergave geschaald naar het gewenste formaat.

    Opties zijn onder andere zoombesturingeselementen en pictogrammen voor Aanpassen aan venster, Feitelijke grootte, Aanpassen aan breedte en Aanpassen aan selectie.