Met visuele hulpmiddelen kunt u taken op het substraat uitlijnen. Visuele hulpmiddelen worden niet weergegeven op de afgedrukte uitvoer van de taak.

De volgende visuele hulpmiddelen zijn beschikbaar:

• Linialen: hiermee ziet u linialen langs de boven- en linkerrand van het afdrukvoorbeeld. U kunt de maateenheid wijzigen in het menu Bewerken.
• Hulplijnen: dit zijn niet-afdrukbare lijnen. U kunt de hulplijnen vergrendelen op hun huidige positie.
• Rasters: hiermee worden horizontale en verticale lijnen weergegeven die niet worden afgedrukt. De rasterafstand is vast, maar wordt automatisch aangepast op basis van de geselecteerde zoomfactor. Als u magnetische uitlijning inschakelt, worden taken in de buurt uitgelijnd op het raster.
• Taakmarges: hier worden de gedefinieerde taakmarges weergegeven. U kunt de taakmarges aanpassen op de werkbalk.
• Printermarges: hiermee worden de niet-afdrukbare marges weergegeven zoals gedefinieerd door de firmware van de printer. Door te zorgen dat taken binnen de niet-afdrukbare marges vallen, kunt u ongewenst bijsnijden voorkomen in de afdruk.
• Paginakader: hiermee geeft u een zwarte rand weer rond elke taak. Hierdoor kunt u de witruimte rondom een taak zien en controleren of deze overlapt met andere taken in een geneste uitvoer.
• Muisvolger: geeft de huidige cursorpositie weer als x/y-coördinaten.
• Taakvergrendeling: beschikbaar voor het nesten van taken. Als u taken handmatig plaatst, kunt u deze vergrendelen.