U kunt meerdere exemplaren (klonen) van een taak maken en de instellingen voor omdraaien, verschuiven/plaatsen en roteren gebruiken om een naadloze patroonherhaling te maken.

1. In Job Editor: vouw op het tabblad Opmaak het deelvenster Step-and-repeat uit. Schakel op de balk met koptekst in het deelvenster het selectievakje in om de instellingen te activeren. Als u de instellingen niet kunt activeren, moet u zorgen dat de taakbreedte kleiner is dan de substraatbreedte. U kunt geen step-and-repeat maken van een taak die gelijk is aan of breder is dan de breedte van het geselecteerde substraat. In dit geval kunt u de taak naar beneden schalen of een breder substraat selecteren.
2. Definieer de hoeveelheid horizontale of verticale verschuiving onder Verschuiven/plaatsen. Kies een van de volgende mogelijkheden:
   • Verschuivingsgrootte: selecteer de hoeveelheid verschuiving als breuk van de afbeeldingsbreedte of -hoogte. Voorbeeld: 1/1 is gelijk aan geen verschuiving, 1/2 is gelijk aan een verschuiving van 50%, en 1/4 is gelijk aan een verschuiving van 25%.
   • Percentage (%): typ de vereiste verschuiving als een breuk van de afbeeldingsbreedte of -hoogte als u geen gebruik wilt maken van een van de vaste verschuivingsformaten.
   • Aangepast: typ de vereiste hoeveelheid verticale of horizontale verschuiving in de geselecteerde maateenheid voor Job Editor.
3. Selecteer onder Formaat herhalen het vereiste aantal horizontale en verticale exemplaren.
   • In een horizontale richting kunt u het volgende doen:
     • De substraatbreedte opvullen
     • Het aantal herhalingen typen
     • Een aangepaste breedte definiëren
   • In een verticale richting kunt u het volgende doen:
     • Het aantal herhalingen typen
     • Een aangepaste hoogte definiëren
4. Klik op Opslaan. U kunt ook Sjabloon > Opslaan als sjabloon selecteren om de instellingen op te slaan als een sjabloon, die vervolgens kan worden gebruikt om voorkeuzen en virtuele printers in Command WorkStation en overdrachtmappen te maken.