U kunt het middelpunt van een afbeelding verbeteren door afleidende achtergrondelementen te verwijderen.
-
Selecteer op de werkbalk het hulpprogramma Taak inkorten.
- Sleep de aanwijzer in het voorbeeld naar het gedeelte dat u wilt bijsnijden.
U kunt het geselecteerde bijgesneden gebied annuleren door op ESC te drukken.
-
Verfijn het geselecteerde gedeelte door een van de volgende handelingen uit te voeren (optioneel):
-
Het bijsnijkader verplaatsen: houd Alt ingedrukt en sleep de aanwijzer uit het midden van het bijsnijkader.
-
Formaat van het bijsnijkader wijzigen: sleep de rand van het bijsnijkader.
-
De margebreedten tussen de rand van de taak en het bijsnijkader aanpassen: typ in de werkbalk nieuwe margebreedten.
-
Druk op ENTER.
U kunt een bijgesneden taak terugzetten naar de oorspronkelijke staat door op de werkbalk op de knop Reset Crop (Bijsnijden opnieuw instellen) te klikken.