Fiery Command WorkStation

Navigatie verbergen of weergevenVorige onderwerpVolgende onderwerpDelenAfdrukkenPDF

Algemene mediumkenmerken

De namen van de kenmerken worden weergegeven in de kolomkoppen van het venster Substrate Catalog, afhankelijk van uw selectie van PPD- dan wel JDF-instellingen.

JDF-kenmerken worden hieronder beschreven. De equivalente PPD-instellingen worden ook vermeld. De beschikbare PPD-kenmerken voor het maken van een Substrate Catalog-ingang variëren van project tot project. De terminologie voor de kenmerken varieert dus ook. Raadpleeg Afdrukken voor een beschrijving van de PPD-instellingen die beschikbaar zijn voor uw product.

Opmerking: In de beschrijvingen van de kenmerken verwijzen de termen 'media' of 'papier' naar 'substraat'.
% gerecycled

Het percentage gerecycled materiaal in de media.

Terug

Instellingen die kunnen worden toegepast op de achterzijde van de media. Raadpleeg Achterzijde. U kunt het selectievakje Gelijk aan voorzijde uitschakelen en een selectie maken uit Coating, Glanswaarde en Afdrukbare zijden.

Kleurprofiel achterzijde

Standaardkleurprofiel dat alleen op de achterzijde van het medium wordt toegepast. U kunt dit kenmerk overschrijven door in Taakeigenschappen een ander kleurprofiel op te geven. Dit kenmerk is beschikbaar in zowel PPD- als JDF-instellingen.

Helderheid

Lichtreflectiecoëfficiënt van het gebruikte medium. Voer een waarde in van 0% (lage reflectiecoëfficiënt) tot 100% (hoge reflectiecoëfficiënt).

CIE Lab-kleur

De kleur van het medium, onafhankelijk van het apparaat. Geef de kleur op met CIE L*a*b*-waarden.

CIE-tint

Beschrijft hoe neutraal, onverzadigd of niet-chromatisch het medium is. Geef de tint van het medium op met waarden in het CIE XYZ-coördinatensysteem. De coördinaat 0 geeft een perfect neutrale tint aan in de rood-groene as.

CIE-witheid

Beschrijft de totale hoeveelheid licht die wordt gereflecteerd door het medium, gemeten over het volledige zichtbare spectrum. Geef de hoeveelheid reflectie op met waarden in het CIE XYZ-coördinatensysteem. De coördinaten (100, 100, 100) geven perfecte witheid aan.

Kleurnaam

Kleur van het gebruikte medium. Kies een kleuroptie met "Doorzichtig" om een doorschijnend medium aan te geven.

Aangepaste kleurnaam

Aangepaste kleur van het gebruikte medium. Als de door u gewenste kleur niet in het menu Kleur voorkomt, typt u de naam van uw aangepaste kleur in dit veld.

Beschrijving

Beschrijvende informatie waarmee een gebruiker dit type medium kan bijbestellen.

Afmetingen

Geeft de afmetingen van het gebruikte medium weer.

Vezelrichting

Geeft de richting van het gecanneleerde substraat aan zoals deze in de printkop wordt gevoerd. Kies uit de volgende opties:

  • Geen: dit is de standaard.
  • Kort: de korte kant van het gecanneleerde substraat zoals deze in de printkop wordt gevoerd.
  • Lang: de lange kant van het gecanneleerde substraat zoals deze in de printkop wordt gevoerd.
Voorzijde:

Instellingen die kunnen worden toegepast op de voorzijde van het medium. Raadpleeg Voorzijde.

Kleurprofiel voorzijde

Standaardkleurprofiel dat alleen op de voorzijde van het medium wordt toegepast. U kunt dit kenmerk overschrijven door in Taakeigenschappen een ander kleurprofiel op te geven. Dit kenmerk is beschikbaar in zowel PPD- als JDF-instellingen.

Kwaliteit
Geeft de kwaliteit aan van het oppervlak van het medium, uitgedrukt als kwaliteitsniveau van 1 tot en met 5. Zie Kwaliteit.
Media-eenheid
Geeft het fysieke formaat aan van het medium dat in de printer wordt ingevoerd. Raadpleeg Media-eenheid.
Naam

Beschrijvende naam voor de catalogusingang om het medium te beschrijven. Typ de gewenste naam in dit veld.

Voorgedrukt

Wanneer het selectievakje is ingeschakeld, bevatten de media voorgedrukte inhoud. Wanneer het selectievakje is uitgeschakeld, is het medium niet voorgedrukt.

Druktechnologie
Kies uit de beschikbare druktechnologieën.
  • Verschuiving: gebruikt metalen platen om afbeeldingen over te brengen (verschuiven) naar een rubber medium of rollen die vervolgens worden afgedrukt op het substraat.
  • Laser: gebruikt licht of een 'laser' om tekst en afbeeldingen op het substraat over te brengen. Dit type afdrukken gebruikt toner of droog inktpoeder om af te drukken op het substraat.
  • Inkjet: drukt af door druppels inkt vrij te geven via de spuitopeningen van de printer.
Product-ID

Onderdeelnummer, itemcode, artikelnummer of andere ID voor het gebruikte medium, zoals handmatig gedefinieerd door de medewerker van de drukkerij of door een managementinformatiesysteem (MIS).

Formaatcatalogus

Lijst met beschikbare vooraf gedefinieerde formaten van het medium.

Afmeting-ID

Geeft het formaat aan van het medium dat is geselecteerd in de Formaatcatalogus. De Afmeting-ID wordt automatisch gegenereerd door de Fiery server.

Textuur
Het kenmerk Textuur geeft de oppervlaktetextuur van het gebruikte medium aan. Raadpleeg Textuur.
Dikte

Dikte van het gebruikte medium, uitgedrukt in micrometer (µm).

Type

Beschrijft het papiertype van het gebruikte medium. Kies uit de volgende opties:

  • Papier: standaardpapier met vezel.

  • Transparant: doorzichtig medium dat is ontworpen om te bekijken via projectie.

Type (op basis van PPD)

Beschrijft het papiertype van het gebruikte medium. De lijst met opties bevat onder meer verschillende typen media die afhankelijk van het soort taak kunnen worden gebruikt.

Details van type
Het kenmerk Details van type beschrijft aanvullende details van het gebruikte mediumtype. Raadpleeg Details van type.
Gewicht
Het kenmerk Gewicht geeft het gewicht aan van het gebruikte medium, uitgedrukt in gram per vierkante meter (g/m²) of Engelse pond (lbs). Raadpleeg Gewicht.
Gebruiksrechtovereenkomst