U kunt Fiery-server-systeemsoftware bijwerken vanaf een clientcomputer of lokaal bij de Fiery-server.

1. Start Command WorkStation.
2. Open Apparaatcentrum op een van de volgende manieren:
   • Klik op het pictogram voor Meer (drie verticale puntjes) naast de servernaam in het deelvenster Servers.
   • Dubbelklik op de servernaam in het deelvenster Servers.
   • Klik op Server > Apparaatcentrum.
   • Klik met de rechtermuisknop op de servernaam en selecteer Apparaatcentrum.
3. Klik in Apparaatcentrum op Fiery-updates > Updates.
4. Als u de beschikbare updates wilt bekijken en installeren, klikt u op Updates onder Fiery-updates en vervolgens op Bijwerken in het rechterdeelvenster voor elke update die u wilt installeren.
5. Als u de beschikbare patches wilt zien, klikt u op Patches onder Fiery-updates.
6. Selecteer de te installeren patches.

   Wanneer u een patch selecteert, worden alle vereiste eerdere patches automatisch geselecteerd.

7. Als er een bericht over Fiery API wordt weergegeven, klikt u op OK om de Fiery API te installeren.

   De Fiery API is vereist om patches te kunnen installeren met Fiery-updates.

8. Klik op Update om de geselecteerde patches te installeren.

   De Fiery-server moet na de installatie van elke patch afzonderlijk opnieuw worden gestart.

   Opmerking: U kunt meerdere niet-exclusieve vlakken samen met elke exclusieve patch installeren.
9. Klik op OK om de Fiery-server opnieuw te starten na het installeren van updates en patches.
   Opmerking: Na het opnieuw starten moet de beheerder opnieuw verbinding maken met de Fiery-server in Command WorkStation.
   Opmerking: Command WorkStation verbonden met een Fiery-server geeft een melding weer tijdens de installatie van de patch.
10. Als u een lijst met de geïnstalleerde updates en patches wilt zien, klikt u op Geschiedenis onder Fiery-updates.