Fiery Command WorkStation

Fiery Command WorkStation

Navigatie verbergen of weergevenVorige onderwerpVolgende onderwerpDelenAfdrukkenPDF

Printergroep maken of bewerken

U moet een printergroep maken zodat taken in Fiery Central kunnen worden afgedrukt naar de printers.

Opmerking: Voordat u printergroepen gaat configureren, moet u het IP-adres of de DNS-servernaam hebben voor elke printer die u met Fiery Central wilt gebruiken. Noteer voor elke printer eventuele aanvullende opties die zijn geïnstalleerd.

Wanneer u printergroepen maakt, moet u rekening houden met de mogelijkheden van uw printers, het soort afdruktaken dat u zult uitvoeren en of snelheid of aangepast afdrukken voorrang heeft.

  1. Selecteer in het Fiery Central Manager-venster het tabblad Printergroepen.
  2. Klik op Toevoegen om een printergroep toe te voegen. Selecteer een bestaande printergroep en klik op Bewerken om deze te bewerken.
  3. Typ een groepsnaam om de printergroep te identificeren, voeg een beschrijving toe (optioneel) en klik vervolgens op Volgende.

    Een groepsnaam kan tot 16 karakters bevatten en mag geen speciale tekens, koppeltekens, spaties of onderstrepingstekens bevatten.

  4. Typ het IP-adres of de printernaam in het veld IP-/servernaam.

    Voor printers die meerdere wachtrijen gebruiken en elke wachtrij als afzonderlijke printer behandelen, voert u een wachtrijnaam in om de te selecteren printer te zoeken.

  5. Selecteer de serverfamilie en het printermodel in de lijst Model .

    Het veld Port Number (Poortnummer) is standaard ingevuld (631).

  6. Kies een van de volgende mogelijkheden:
    • Klik op Zoeken.

    • Klik op Auto Discovery (Automatische detectie) om te zoeken naar beschikbare Fiery Central-servers in het netwerk. Met automatische detectie wordt alleen gezocht op de Fiery Central en het bijbehorende lokale TCP/IP-subnet.

      Opmerking: Met automatische detectie worden geen niet-Fiery-printers of algemene PostScript-printers op het netwerk gevonden. U moet deze handmatig toevoegen aan de printergroep via het IP-adres of de printernaam.
  7. Selecteer een printer in de lijst met beschikbare printers en klik op de pijlknop om deze te verplaatsen naar de lijst met geselecteerde printers.
  8. Controleer in het venster Printer bewerken/configureren of de printernaam correct en uniek is.
  9. Klik op Papiercatalogustoewijzing om de Paper Catalog of ladeselectie in te stellen voor de printer die u bewerkt en configureert.

    De functie Paper Catalog Map (Papiercatalogustoewijzing) is alleen beschikbaar als de Fiery-server of niet-Fiery-printer deze ondersteunt.

  10. Controleer of in het deelvenster Installeerbare opties de opties worden vermeld die op de printer zijn geïnstalleerd en klik vervolgens op OK.

    U kunt optionele en printerspecifieke opties zoals nietmachines, stapelaars en boekjesafwerkeenheden opgeven voor afzonderlijke printers in een printergroep. In Fiery Central Manager worden deze aanvullende functies ondergebracht in PPD-printergroepbestanden voor afdrukken.

    Opmerking: Wanneer u een Fiery-server aan een printergroep toevoegt, worden de configureerbare opties standaard geselecteerd. Voor niet-Fiery-printers installeert u printerspecifieke opties handmatig.
  11. Voeg extra printers toe en configureer deze.

    Verplaats andere gewenste printers voor deze groep een voor een naar de lijst met geselecteerde printers en configureer ze. U kunt ook printers uit de groep verwijderen.

  12. Klik op Volgende wanneer u alle voor de printergroep geselecteerde printers hebt toegevoegd en geconfigureerd.
  13. Stel de standaardopties in voor de printergroep:
    • Selecteer de optie Load Balance (Werklastverdeling) om afzonderlijke afdruktaken te verdelen over de printers in de groep. Als u de optie Load Balance (Werklastverdeling) instelt op Preferred Printer (Voorkeursprinter), moet u ook een printer in de printergroep selecteren in het veld Preferred Printer (Voorkeursprinter).

    • Geef de standaardinstelling op voor Use Printer Type (Printertype gebruiken) en geef aan of u uitsluitend zwart-witprinters of kleurenprinters gebruikt voor taken die naar deze groep worden verzonden.

    • Stel een van de opties voor Cover Sheet/Merge (Omslagvel/Samenvoegen) in.

    • Stel het Maximum Number of Printers (Maximumaantal printers) in.

    • Selecteer Reroute on Error (Omleiden bij fout) als u het resterende gedeelte van een taak naar de Fastest Single Engine (het snelste enkele apparaat) wilt verzenden wanneer een fout optreedt op de doelprinter. Als u deze optie niet selecteert, blijven taken in de afdrukwachtrij van de doelprinter staan totdat de fout wordt opgeheven.

  14. Klik op Volgende. Controleer vervolgens de overzichtsgegevens voor de printergroep en klik op Opslaan.

    Wanneer u wijzigingen wilt aanbrengen, klikt u op Annuleren om de huidige printergroep te annuleren en een nieuwe te maken.

  15. Met printergroepen geselecteerd in het Fiery Central Manager Printergroepen venster, selecteert u Make Printer Group drivers available through WebTools (Printergroepstuurprogramma’s beschikbaar maken via WebTools) als u wilt dat gebruikers Fiery Central-printerstuurprogramma’s kunnen downloaden via een internetbrowser.
    Opmerking: Als u een Windows- of Mac-computer gebruikt, moet deze optie worden geselecteerd.
  16. Selecteer de printerwachtrijen die u wilt publiceren.
  17. Klik in het Fiery Central Manager-venster op OK om wijzigingen op te slaan en de printergroep te maken.