Als u een afbeelding wilt verzachten of helderheid wilt toevoegen, kunt u de volgende instellingen voor Scherpte gebruiken om de scherpte van uw afbeelding te verlagen of te verhogen:

• Scherpte: hiermee beïnvloedt u de niet-huidkleuren in een afbeelding.

• Scherpte van huidkleur: hiermee beïnvloedt u de huidkleuren in een afbeelding.

  Opmerking: Als u Scherpte en Scherpte van huidkleur instelt op dezelfde waarde, kan dit leiden tot ongewenste resultaten. Dit komt doordat het scherpteniveau waarbij objecten duidelijk worden weergegeven, kan leiden tot een pokdalig weergegeven huid bij mensen in een afbeelding. In de meeste gevallen verkrijgt u de beste resultaten door voor Scherpte een hogere waarde in te stellen dan voor Scherpte van huidkleur.

• Scherpte en Scherpte van huidkleur samen vergrendelen: als dit is geselecteerd en u een instelling van Scherpte verhoogt of verlaagt, worden de andere instellingen van Scherpte met dezelfde hoeveelheid verhoogd of verlaagd. Als bijvoorbeeld Vergrendelen is ingeschakeld en Scherpte is ingesteld op 15 en Scherpte van huidkleur is ingesteld op 0, dan wordt door het verhogen van Scherpte tot 30 tegelijkertijd Scherpte van huidkleur verhoogd tot 15.