Met de afdrukoptie Steunkleuroverdruk definieert u hoe twee of meer steunkleuren zich gedragen wanneer ze boven op elkaar worden afgedrukt.

Normaal gesproken, wanneer twee verschillend gekleurde objecten elkaar overlappen, is er een verdringingseffect. Ze worden niet boven op elkaar afgedrukt. Opzettelijk één laag inkt op een andere laag inkt afdrukken, wordt overdrukken genoemd. Met de overdrukinstelling definieert u hoe twee of meer steunkleuren zich gedragen wanneer ze boven op elkaar worden afgedrukt.

Een hogere instelling resulteert in een donkerdere afdruk. Een waarde van 100% voor overdrukken, betekent bijvoorbeeld dat de kleuren volledig aan elkaar worden toegevoegd, iets wat niet mogelijk is op een gewone printer. Een lagere instelling resulteert in lichtere afdrukken omdat kleuren ondoorschijnend worden en delen van andere kleuren verbergen.

De instellingen van de afdrukoptie Steunkleuroverdruk geven de verschillende methoden op die kunnen worden gebruikt om steunkleuren toe te voegen aan een bepaalde achtergrondkleur of boven op andere steunkleuren. De methode die wordt gebruikt voor de steunkleuroverdruk definieert het overdrukgedrag.

De volgende methoden zijn beschikbaar:

• Standaard: de instelling Standaard maakt gebruik van CMYK-toevoeging, wat de meest algemene manier is om het kleurresultaat te berekenen voor een overdruk van twee steunkleuren of van een steunkleur met proceskleuren. De uiteindelijke kanaalwaarden zijn het resultaat van de toevoeging per kanaal van de waarden van achtergrondkleur en steunkleur.
• Levendig: de instelling Levendig maakt gebruik van overdrukberekening in L*a*b*- of XYZ-kleurruimte en gebruikt numerieke kleurwaarden op basis van de werkelijke kleurprofielen van het uitvoerapparaat. Het is nauwkeuriger en vermijdt de typische klemfouten die zichtbaar zijn met de instelling Standaard.
• Natuurlijk: met de instelling Natuurlijk kunnen de steunkleurkanalen tijdens het maken van het document door de gebruiker in de proceskleuren worden samengevoegd. Met deze methode worden alle kanalen geconverteerd naar RGB en vervolgens worden de R-, G- en B-componenten vermenigvuldigd tot een uiteindelijke RGB-waarde.