Voorinstellingen gebruiken
U kunt voorinstellingen maken en toepassen. U kunt ook aangepaste voorinstellingen verwijderen, maar de voorinstellingen Automatisch en Geen correctie kunt u niet verwijderen. Het verwijderen van een voorinstelling heeft geen invloed op de instellingen van afbeeldingen waarop de voorinstelling al is toegepast.
Een voorinstelling maken
U kunt een voorinstelling maken op basis van bestaande instellingen of uw eigen instellingen maken.
- Selecteer een afbeelding die al de instellingen heeft die u wilt opslaan of breng de gewenste aanpassingen aan in de geselecteerde afbeelding.
- Kies Opslaan als in de lijst Voorkeuze.
- Typ een naam voor de voorinstelling en klik op OK.
Een voorinstelling verwijderen
De voorinstelling wordt verwijderd uit de lijst Voorkeuze en de voorinstelling Geen correctie wordt toegepast op de huidige afbeelding.
- Kies in de lijst Voorkeuze de voorinstelling die u wilt verwijderen.
- Klik op Verwijderen en klik op Ja ter bevestiging.
Een voorinstelling toepassen op een afbeelding
U kunt een voorinstelling toepassen op een of meer afbeeldingen.
- Selecteer de afbeelding.
- Selecteer een voorinstelling in de lijst Voorkeuze.
Een voorinstelling toepassen op een of meer pagina's
U kunt een voorinstelling toepassen of een of meer pagina's.
- Klik op de voorinstelling in de lijst Voorkeuze.
- Klik op Toepassen op naast de lijst Voorkeuze.
- Selecteer Pagina's en voer een paginabereik in of selecteer Alle pagina's.
Een afbeelding opnieuw instellen
Wanneer u de voorkeuze Geen correctie toepast, worden afbeeldingen teruggezet naar hun oorspronkelijke toestand. Voor PDF-bestanden worden alle aanpassingen aan de geselecteerde afbeeldingen verwijderd. Voor PostScript-bestanden worden alle aanpassingen verwijderd die u in de geselecteerde afbeeldingen hebt aangebracht nadat u het bestand voor het laatst hebt opgeslagen.
- Selecteer de afbeelding.
- Kies een van de volgende mogelijkheden:
Klik onder Aanpassingen op Herstellen.
Kies Geen correctie in de lijst Voorkeuzen.