Fiery Command WorkStation

Navigatie verbergen of weergevenVorige onderwerpVolgende onderwerpDelenAfdrukkenPDF

Hoe bepaalt de Fiery server welk uitvoerprofiel moet worden gebruikt?

De Fiery server houdt rekening met een aantal factoren bij het kiezen van een uitvoerprofiel voor een opdracht.

Deze factoren zijn afhankelijk van de implementatie van Paper Catalog op de Fiery server, die bepaalt hoe de gebruiker de media voor een opdracht zal selecteren.

Paper Catalog wordt op de Fiery server geïmplementeerd op een van de volgende drie manieren:
  • Paper Catalog moet worden gebruikt voor mediaselectie.
  • Paper Catalog is optioneel voor mediaselectie.
  • Paper Catalog is niet beschikbaar voor mediaselectie.
De Fiery server voert de volgende tests uit om te bepalen welk uitvoerprofiel moet worden gebruikt.
  1. Is het uitvoerprofiel in Opdrachteigenschappen ingesteld op de automatische selectie van het uitvoerprofiel?
  2. Wordt Paper Catalog gebruikt?
  3. Welk uitvoerprofiel heeft instellingen die het dichtst bij de instellingen voor uw taak liggen?

Is het uitvoerprofiel in Opdrachteigenschappen ingesteld op de automatische selectie van het uitvoerprofiel?

Voor automatische profielselectie moet de afdrukoptie Uitvoerprofiel op het tabblad Kleur in het venster Opdrachteigenschappen zijn ingesteld op Door opdracht gedefinieerde instellingen gebruiken. De optie wordt weergegeven als Door opdracht gedefinieerde instellingen gebruiken wanneer rekening wordt gehouden met meer instelling dan alleen media. Als Kleurmodus bijvoorbeeld is ingesteld voor CMYK+, kan de Kleurmodus worden gebruikt naast het medium zelf om het profiel te bepalen.

Als er een bepaald uitvoerprofiel is opgegeven, wordt dit gebruikt. Maak een specifieke selectie wanneer u niet tevreden bent met de automatische selectie van de Fiery server of wanneer u wilt experimenteren met andere profielen.

Wordt Paper Catalog gebruikt?

Wanneer een Paper Catalog-medium is opgegeven in Opdrachteigenschappen, controleert u de koppeling van het Paper Catalog-uitvoerprofiel. Als u de koppeling van de kleurprofielen voor en achter wilt zien, klikt u met de rechtermuisknop op de gekozen media in Paper Catalog en selecteert u Bewerken. Als er een bepaald uitvoerprofiel is gekoppeld aan het medium/substraat, wordt dat profiel gebruikt.

Als het gekoppelde uitvoerprofiel is ingesteld op Standaardwaarde van server, wordt de derde test gebruikt.

Welk uitvoerprofiel heeft instellingen die het dichtst bij de instellingen voor uw taak liggen?

Controleer de koppeling tussen de beschikbare uitvoerprofielen en de taakinstellingen. Ga naar Apparaatcentrum > Hulpbronnen > Profielen en vouw het gedeelte Uitvoerprofielen uit.

Afdrukopties zijn afhankelijk van de verbonden server. De afdrukoptie Mediatype is bijvoorbeeld vaak beschikbaar, maar niet altijd.

Opties in de kolom Mediatype in Profile Manager (Apparaatcentrum > Hulpbronnen > Profielen) komen doorgaans niet één-op-één overeen met het grote aantal equivalente opdrachtinstellingen.

Opdrachteigenschappen kan bijvoorbeeld meerdere opties voor coating bieden, terwijl er misschien slechts één uitvoerprofielinstelling is gekoppeld aan een gecoat mediatype. In dit geval wordt het uitvoerprofiel dat is gekoppeld aan gecoat, gebruikt voor alle gecoate media.

Als u wilt wijzigen welk uitvoerprofiel standaard voor een mediatype wordt gebruikt, dubbelklikt u op het uitvoerprofiel van uw keuze en controleert u met welk mediatype dit profiel compatibel is. Er kan één uitvoerprofiel worden opgegeven voor vele of alle media-instellingen.

Gebruiksrechtovereenkomst