Fiery XF-mappen instellen

U kunt bepaalde Fiery XF-mappen naar verschillende lokale partities of externe apparaten verplaatsen met de Universal Naming Convention-paden om ruimte vrij te maken op uw installatieschijf. Mappen die u kunt verplaatsen zijn mediaprofielen, tijdelijke CPSI- en APPE-gegevens, uitvoerbestanden, de JDF-map en back-upmappen.

Zorg ervoor dat de Fiery-server niet actief is.

UNC-paden zijn als volgt opgegeven: \\<Servernaam of IP adres>\<gedeelde mapnaam of pad>.

Wanneer u UNC-paden gebruikt, moet u aanmeldingsreferenties gebruiken. Deze referenties moeten geldig blijven, zelfs wanneer de gebruiker is afgemeld bij het apparaat of wanneer de Fiery-server niet meer werkt.

Klik met de rechtermuisknop op Fiery Server Control en klik vervolgens op Serverbestandspaden.
Kies een van de volgende mogelijkheden:
- Klik op de juiste Kiezen-knop en blader naar de nieuwe map.
- Kopieer en plak het UNC-pad vanuit Windows Verkenner en voer de aanmeldingsreferenties in.
  Opmerking: Als u een UNC-pad gebruikt, moet u dezelfde aanmeldingsreferenties gebruiken in Fiery Server Control en Windows Verkenner. Indien nodig kunt u voor alle mappen identieke referenties gebruiken.
Als u het UNC-pad in de vorige stap hebt gebruikt, kopieert u de bestanden van de vorige bestandslocatie naar de nieuwe bestandslocatie.
Opmerking: Als u een lokaal pad kiest, verplaatst Fiery Server Control de bestanden automatisch naar de nieuwe locatie. De voortgang wordt aangegeven door een voortgangsbalk.
Start de Fiery-server opnieuw.
Opmerking:
De JDF-uitvoermap kan niet worden ingesteld op een netwerkstation.