Taken worden standaard op de meest ruimtebesparende manier gerangschikt. Door de standaardinstelling te overschrijven, kunt u voorkomen dat taken worden gedraaid en taken rangschikken om het snijden na het afdrukken te vereenvoudigen.
- In Job Editor: vouw op het tabblad Layout (Opmaak) het deelvenster Nesting uit.
- Selecteer onder Optimization (Optimalisatie) en Orientation (Afdrukstand) hoe taken op het vel worden gerangschikt.
U kunt taken zo rangschikken dat ze na het afdrukken kunnen worden gesneden met zo weinig mogelijk horizontale of verticale sneden. U kunt ook de oorspronkelijke afdrukstand van de taken behouden of de staande of liggende indeling toepassen op alle taken.
- Definieer onder Spacing (Afstand) een horizontale en verticale afstand tussen taken.
Bij deze instelling wordt rekening gehouden met labels.