Een gecombineerde printer/snijmachine of snijmachine instellen
U kunt uw machine zo instellen dat het afdrukken en snijden in één stap plaatsvindt. Als u twee afzonderlijke machines gebruikt, kunt u Command WorkStation zo instellen dat het afdrukken en snijden in twee stappen plaatsvindt.
Voordat u begint: zorg ervoor dat u uw printer hebt geconfigureerd in Command WorkStation.
Er zijn veel verschillende contourbronnen en snijmethoden beschikbaar, afhankelijk van de geselecteerde snijmachine. Het bindvak wordt standaard gebruikt, maar u kunt ook een taak snijden volgens een formaatdefinitie van een pagina in een PDF. Als u een snijmachine configureert in Command WorkStation, kunt u snijcontouren maken rond niet-vectorafbeeldingen.
-
Kies een van de volgende mogelijkheden:
-
In Server Manager: Klik op de zijbalk op Printers, en selecteer een printer. Selecteer een medium in de structuurweergave van de printer. Vouw op het tabblad Printer- en workflowinstellingen het deelvenster Speciale instellingen uit.
-
In Job Editor: vouw op het tabblad Printer het deelvenster Speciale instellingen uit.
-
- Selecteer onder Contoursnijden een van de volgende opties:
Afdrukken: hiermee wordt de taak afgedrukt, maar worden de contourgegevens niet gesneden.
Afdrukken en snijden: hiermee wordt de taak afgedrukt en worden de contourgegevens gesneden.
Alleen snijden: hiermee snijdt u de contourgegevens zonder de taak af te drukken.
- Selecteer Knipmarkeringen van printer inschakelen.
U kunt nu snijcontouren configureren.
