U kunt de optimalisatieprocedure zo vaak herhalen als nodig en selecteren welk L*a*b*-optimalisatiebestand moet worden toegepast. Na elke optimalisatie toont Color Tools de bereikte gemiddelde dE, piek dE, papier wit en het percentage kleuren in het doelgamma.

1. Klik op Afdrukken.
2. Wacht tot de inkt droog is. Volg dan de instructies op het scherm om de grafiek te meten. De eerste meting vormt de basis voor de optimalisatie.
3. Klik op Optimaliseren.

   Deze stap is niet nodig als u een ingesloten meetinstrument hebt geselecteerd en de criteria voor optimalisatiebesturing hebt gebruikt.

   Een groene pijl omhoog wijst aan dat het profiel verder kan worden geoptimaliseerd. Een stopteken geeft aan dat er geen verdere optimalisatie mogelijk is.
4. Herhaal de vorige stappen totdat geen verdere optimalisatie mogelijk is.

   Het is nuttig om een visuele controle uit te voeren op de uiteindelijke afgedrukte grafiek om ervoor te zorgen dat de kleurgradaties niet negatief zijn beïnvloed door over-optimalisatie.

5. Klik in de optimalisatietabel op de beste reeks resultaten en klik vervolgens op Voltooien.
6. Klik op Ja om te bevestigen dat u de geselecteerde herhaling wilt opslaan als het nieuwe profiel.
7. Typ een naam voor het L*a*b*-optimalisatiebestand en klik vervolgens op Opslaan.
8. Kies een van de volgende mogelijkheden:

   • Klik op Ja om het L*a*b*-optimalisatiebestand voor de workflow te selecteren.

   • Klik op Nee om het L*a*b*-optimalisatiebestand op te slaan in de map C:\ProgramData\EFI\EFI XF\Server\Profiles\Balance . U kunt deze later selecteren in Command WorkStation.