U kunt het visuele correctiehulpprogramma gebruiken om de inktcurve van individuele inktkanalen te wijzigen of om de plaatkenmerken te wijzigen voor het oplossen van problemen met de puntverbreding.

1. Kies onder Correctietype een van de volgende mogelijkheden:

   • Selecteer Herkalibratie om de curve van de individuele inktkanalen te bewerken. Dit type visuele correctie wordt toegepast na kleurbeheer in Command WorkStation.

   • Selecteer Plaatcompensatie om de invoergegevens te wijzigen voor elke ondersteunde bestandsindeling. Dit type visuele correctie wordt toegepast vóór kleurbeheer in Command WorkStation.

     Aangezien kleurbeheer normaal afhankelijk is van het ontvangen van lineaire invoergegevens om kleurbeheer correct toe te passen, moeten niet-lineaire plaatkenmerken compenseren voor uitvoer met nauwkeurige kleuren.

     Opmerking:

     Er is geen vaste formule voor het bewerken van plaatkenmerken. In het geval van continue tonen-bestandsindelingen wordt een eenvoudige formule toegepast zodat een verhoging van 5% voor het 50%-kleurvlak 55% zal opleveren.

2. Selecteer onder Kleurmodusde inktkleuren van uw printer. U kunt een globale wijziging toepassen op een reeks inktkleuren of u kunt elke inktcurve afzonderlijk wijzigen.
3. Voeg overal langs de inktcurve kleur toe of trek deze af.

   U kunt bijvoorbeeld een groene tint corrigeren door de hoeveelheid geel en cyaan te verminderen. Als u de uitvoerinktpercentages wilt wijzigen, voert u de waarden voor invoer en uitvoer in de tabel in of sleept u een punt langs de curve naar een nieuwe positie.

4. Wijzig de instelling voor gamma of de lineaire instelling (optioneel).

   De instelling Gamma beïnvloedt de lichtheid of alle kleuren, maar voornamelijk de middenkleurtinten. De lineaire instelling beïnvloedt de lichtheid van alle kleuren gelijkmatig.

5. Klik op OK.