Een gebruikersaccount bepaalt tot welke functies van Command WorkStation elke gebruiker toegang heeft. U moet beheerdersrechten hebben om gebruikersaccounts te kunnen maken of bewerken.
De software wordt met één standaardbeheerder en één standaardoperator geïnstalleerd.
-
In Server Manager: Klik op de zijbalk op Gebruikers.
-
Kies een van de volgende mogelijkheden:
- Geef een gebruikersnaam op in het deelvenster Informatie. Definieer vervolgens een wachtwoord en bevestig dit door de naam opnieuw te typen in het juiste vak.
- Een gebruikersrol selecteren: Beheerder of operator.
Beheerders hebben toegang tot Server Manager om het systeem te configureren en kunnen ook taken bewerken en afdrukken. Operators kunnen alleen taken bewerken en afdrukken.
- Klik op Printer- en workflowinstellingen en doe het volgende:
-
Selecteer één of meer printers.
Elke gebruiker moet toegang hebben tot ten minste één printer. Alleen geselecteerde printers zijn zichtbaar voor de gebruiker bij het importeren van taken. U kunt toegang geven tot alle printers door Printertoegang te selecteren.
-
Selecteer voor elke geselecteerde printer een of meer workflows.
Workflows definiëren de instellingen die Command WorkStation toepast op elke taak. De software wordt geleverd met één algemene workflow voor elke printer. Als aangepaste workflows eerder zijn ingesteld, kunnen deze ook worden geselecteerd. Alleen geselecteerde workflows zijn zichtbaar voor de gebruiker bij het importeren van taken.
-
Klik op OK.
- Klik op Tabblad- en deelvensterinstellingen en doe het volgende:
-
Selecteer welke delen van de software de gebruiker zal zien (optioneel).
Nieuwe gebruikers hebben standaard toegang tot alle softwarefuncties. Als de gebruiker alleen bepaalde onderdelen van de software mag gebruiken, kunt u tabbladen en opties verbergen door de betreffende selectievakjes uit te schakelen.
-
Klik op OK.