U kunt full-tone steunkleuren definiëren, een koppeling tussen twee steunkleuren met verschillende namen maken om kleurwaarden te repliceren, printerinkten toewijzen (wit, doorzichtig, metallic), variaties van een geselecteerde steunkleur afdrukken en transparantie-instellingen opgeven.

• Gebruiken als alias voor—U kunt ervoor zorgen dat twee steunkleuren met verschillende namen dezelfde kleurwaarden gebruiken door de ene aan de andere toe te wijzen. Door een alias te maken, kunt u voorkomen dat de naam van een steunkleur in het grafisch programma wordt gewijzigd.

• Toepassen als—Als uw printer witte, doorzichtige of metallic inkt ondersteunt, kunt u een van deze printerinkten toewijzen aan een steunkleurdefinitie. De printerinkten worden afgedrukt achter of bovenop de steunkleur.

• Transparantie—De instelling Transparantie beïnvloedt overlappende kleuren. Een transparantiewaarde van 100% betekent dat overlappende kleuren kunnen doorschemeren. Een transparantiewaarde van 0% is gelijk aan 100% opaciteit en betekent dat overlappende kleuren worden verborgen.

• Steunkleurdefinitie op 100%—U kunt een full-tone steunkleur definiëren door een kleurvlak te meten in CIE L*a*b* of CIE LCH, of door kleurwaarden in te voeren in de kleurenruimte van de printer.

• Variaties—U kunt de weergave van een steunkleur wijzigen naar een gewenste toestand, de kleurweergave van twintig aangrenzende kleuren afdrukken, die enigszins verschillende tinten en verzadiging/helderheidsniveaus hebben en een keuze maken.