Selecteer de printer, de workflow en de media die u wilt toepassen op de steunkleurentabel.
-
Typ een naam voor de steunkleurentabel.
-
Selecteer uw printer.
Color Editor haalt informatie op over de aangesloten printer en gebruikt deze om te controleren of nieuwe steunkleuren nauwkeurig kunnen worden gereproduceerd.
-
Selecteer een workflow.
U hoeft geen workflow te selecteren als de steunkleurtabel voor meer dan één workflow zal worden gebruikt.
-
Selecteer een preset voor media.
Het medium is vereist als u printerafhankelijke steunkleuren wilt definiëren.
-
Klik op Voorkeuren (optioneel).
In het dialoogvenster Voorkeuren kunt u algemene instellingen maken die worden toegepast op alle nieuwe aangepaste steunkleuren die u maakt.
-
Klik op OK.