Overdrachtmappen configureren

Met een overdrachtmap kunnen gebruikers afdruktaken naar een centraal beschikbare map kopiëren om af te drukken. Er zijn netwerktoegangsrechten nodig om via een overdrachtmap te kunnen afdrukken.

Een overdrachtmap kan zich op dezelfde computer bevinden als de Fiery XF-servers of de map kan via het netwerk worden benaderd. Op een lokale vaste schijf raden wij u aan om van de overdrachtmap (ook wel hot folder genoemd) een submap te maken van een map op hoofdniveau, bijvoorbeeld C:\map\hotfolder.

Houd rekening met het volgende:

Maak geen overdrachtmap op het bureaublad om onnodige problemen met lees-/schrijftoegang te voorkomen.
Selecteer geen map die als interne koppeling is toegewezen.

In Server Manager: Klik op de zijbalk op Printers en selecteer een printer. Selecteer een workflow in de structuurweergave van de printer. Vouw op het tabblad File (Bestand) het deelvenster Job Detection (Taakdetectie) uit.
Klik onder Name (Naam) op Choose (Kiezen) en blader naar de map die u als overdrachtmap wilt gebruiken.
Schakel Put all incoming jobs on hold (Alle inkomende taken blokkeren) uit (optioneel).
Geïmporteerde taken worden standaard als geblokkeerde taken geïmporteerd, zodat u deze kunt bewerken voordat u gaat afdrukken. Schakel dit selectievakje uit als u taken automatisch wilt afdrukken bij het importeren.
Klik op OK.

U moet nu het volgende doen:

Zorg dat de overdrachtmap is geconfigureerd voor het delen van de printer in het besturingssysteem. Anders kan de overdrachtmap niet worden gedetecteerd in het netwerk.
Als de overdrachtmap en de Fiery XF-servers op verschillende computers zijn geïnstalleerd, controleer dan of alle Windows-computers zijn geconfigureerd met dezelfde aanmeldingsgegevens en of alle gebruikers beheerdersrechten hebben. Mogelijk moet u op beide computers een nieuwe gebruiker maken.

Raadpleeg de online-Help van het besturingssysteem of vraag uw systeembeheerder om meer informatie.