U kunt de weergave van CMYK- en RGB-taken aanpassen door een kleur toe te voegen of te verwijderen, of door de helderheid, het contrast, de verzadiging en de scherpte te wijzigen.
U kunt geen kleuraanpassingen aanbrengen aan taken met meerdere kleuren, taken die steunkleuren bevatten of taken met grijswaarden.
- Kies een van de volgende mogelijkheden:
-
In Server Manager: Klik op de zijbalk op Printers en selecteer een printer. Selecteer een workflow in de structuurweergave van de printer. Vouw op het tabblad Kleur het deelvenster Kleuraanpassing uit Schakel op de balk met koptekst in het deelvenster het selectievakje in om de instellingen te activeren.
-
In Job Editor: Vouw op het tabblad Kleur het deelvenster Kleuraanpassing uit Schakel op de balk met koptekst in het deelvenster het selectievakje in om de instellingen te activeren.
- Selecteer Kleurcorrecties toepassen op statische wig (optioneel).
In een testomgeving moet de kleurconsistentie meetbaar zijn. Door de wijzigingen toe te passen op de controlebalk, kunt u controleren of de kleuraanpassingen op alle taken zijn toegepast.
Deze instelling is alleen beschikbaar voor CMYK-taken met een statische mediawig. U kunt geen kleurcorrecties toepassen op een dynamische wig.
- Voeg, indien nodig, een kleur toe of verwijder een kleur voor elk kleurkanaal.
Command WorkStation detecteert automatisch de kleurenruimte van elke taak.
- Verhoog of verlaag de instellingen voor helderheid, contrast en verzadiging, zoals vereist.
-
Verhoog of verlaag de instelling voor vervagen/verscherpen, zoals nodig.
-
Klik onder Voorkeuzen op Opslaan om een voorkeuze te maken van de huidige instellingen (optioneel).
In Job Editor kunt u het effect van uw kleuraanpassingen vergelijken met het origineel door het selectievakje in de koptekstblak van het tabblad uit en in te schakelen.