U kunt ronde markeringen afdrukken om aan te geven waar u gaten wilt knippen na het afdrukken. Grommet-markeringen worden gebruikt om banners, of vlaggen op een paal op te hangen.

1. Kies een van de volgende mogelijkheden:

   • In Server Manager: Klik op de zijbalk op Printers en selecteer een printer. Selecteer een workflow in de structuurweergave van de printer. Vouw op het tabblad Finishing (Afwerking) het deelvenster Grommet uit. Schakel op de balk met koptekst in het deelvenster het selectievakje in om de instellingen te activeren.

   • In Job Editor: Vouw op het tabblad Finishing (Afwerking) het deelvenster Grommet uit. Schakel op de balk met koptekst in het deelvenster het selectievakje in om de instellingen te activeren.

2. Selecteer Limit to collection (Beperken tot verzameling) (optioneel).

   Indien geselecteerd, maakt deze instelling markeringen voor een hele nesting, een hele stap en herhaling, of een hele tiling. Indien niet geselecteerd, maakt deze instelling markeringen rond afzonderlijke taken, waaronder onderliggende taken in nestings en afzonderlijke taken in stappen en herhalingen.

3. Selecteer een type grommet-markeringen.
4. Typ een lijndikte en een diameter.

   Sommige instellingen zijn niet beschikbaar voor sommige typen grommet-markeringen.

5. Selecteer een kleur.

   Selecteer een kleur die gemakkelijk zichtbaar is op uw media. Als u witte tekens wilt afdrukken, hebt u een printer met witte inkt nodig.

6. Definieer een marge (optioneel).

   De instelling positioneert grommet-markeringen opnieuw ten opzichte van de rand van de taak. Typ een positieve waarde voor de marge om grommet-markeringen buiten het taakgebied af te drukken. Typ een negatieve waarde voor de marge om grommet-markeringen binnen het taakgebied af te drukken.

7. Klik op Adjust Grommets (Grommets aanpassen) (optioneel).

   In het dialoogvenster Adjust Grommets (Grommets aanpassen) kan de uitlijning van grommet-markeringen nauwkeuriger plaatsvinden (raadpleeg de volgende stappen).

8. Typ de afstand vanaf elke hoek van de taak naar de eerste grommet-markering.

   Deze instelling corrigeert de precieze horizontale en verticale posities van grommet-eindmarkeringen. De waarden die u invoert, zijn de afstand van de hoek van de taak tot het midden van de grommet-markering. Extra grommet-markeringen worden volgens de hieronder beschreven instellingen tussen de twee eindpunten geplaatst.

9. Kies een van de volgende mogelijkheden:

   • Typ het aantal grommet-markeringen. Elke rand kan een ander aantal grommet-markeringen hebben. Als er geen grommet-markeringen langs een rand nodig zijn, typ dan "0" in het desbetreffende vak.

   • Typ de gewenste afstand tussen grommet-markeringen. De totale beschikbare afstand is gelijk aan de breedte of hoogte van de afbeelding. Als de rand van de afbeelding niet precies kan worden gedeeld door de beoogde afstand, wordt de afstand tussen grommet-markeringen naar boven of beneden afgerond om ervoor te zorgen dat de grommet-markeringen gelijkmatig worden verdeeld. De werkelijke berekende afstand tussen grommet-markeringen wordt weergegeven onder de waarde die u hebt ingevoerd. Als er geen grommet-markeringen langs een rand nodig zijn, typ dan "0" in het desbetreffende bewerkingsvak.

10. Klik op OK.
11. Klik onder Voorkeuzen op Opslaan om een voorkeuze te maken van de huidige instellingen (optioneel).