De eerste stap naar het kalibreren van uw printer is het opgeven van instellingen voor printer, media, inkt en uitvoer. U kunt vele verschillende inktkanalen kalibreren.
Voordat u begint, moet u het meetinstrument aansluiten op de computer.
Het is niet mogelijk het doorzichtige inktkanaal te kalibreren, maar u kunt de hoeveelheid doorzichtige inkt regelen door in een latere stap een inktlimiet in te stellen.
Opmerking:
EFI biedt een afzonderlijk document waarin wordt uitgelegd hoe u G7-kalibratiebestanden kunt maken en implementeren. Ga voor meer informatie naar de EFI-kennisdatabase.
Opmerking:
U kunt elke stap van de kalibratieprocedure opslaan door te selecteren. Het kalibratiebestand wordt opgeslagen in de werkmap. U kunt het kalibratiebestand later laden van deze map om door te gaan met uw kalibratie. Het printerkalibratiehulpprogramma opent in de stap die het laatst werd bewerkt.
U kunt ook een voltooid kalibratiebestand laden. In dit geval opent het printerkalibratiehulpprogramma in het venster Samenvatting zodat u de afdrukvoorwaarden waaronder het kalibratieproces is gemaakt, kunt weergeven.
- Selecteer uw printer, printertype en inkttype.
Color Tools maakt standaard een generieke witte kalibratie voor printers die witte inkt ondersteunen. Het wordt automatisch toegepast wanneer u de instellingen voor de witte inkt van de printer selecteert in Server Manager. Door de algemene witkalibratie is het doorgaans niet nodig het witkanaal te kalibreren. Als u echter te veel puntverbreding opmerkt bij het afdrukken van witgradaties op een EFI-printer, kunt u een aangepaste witkalibratie maken door hier een printer te selecteren met “Wit” in de naam.
Het is niet mogelijk het witkanaal van een niet-EFI-printer te kalibreren. U kunt de uitvoerkwaliteit echter verbeteren door een visueel correctiebestand toe te passen
Sommige printermodellen ondersteunen meer dan één inkttype. Zorg dat u het juiste inkttype selecteert.
-
Selecteer uw meetinstrument.
Voor sommige meetapparaten zijn apparaatspecifieke instellingen beschikbaar.
Als uw printer een ingebouwd meetinstrument heeft, schakelt u de gewenste selectievakjes in als u wilt dat Color Tools een kalibratiebestand maakt en automatisch doorgaat met het automatisch aanmaken van een mediaprofiel.
-
Selecteer een kalibratiedoel (alleen niet-EFI-breedformaatprinters).
-
Proefafdruk: berekent automatisch de inktlimiet op basis van de kleurengammaverschuiving (gecoat papier).
-
Foto of productie—berekent automatisch de beste verzadiging voor het grootste mogelijke kleurengamma door lichte inkt vroeger en in grotere hoeveelheden toe te voegen in de full-tone gebieden.
-
Typ een naam voor het kalibratiebestand (optioneel).
De standaardnaam wordt gegenereerd vanaf het printermodel, de resolutie, de datum en de tijd. U kunt een aangepaste naam typen door het selectievakje Genereer de naam voor de instellingen uit te schakelen.
-
Ga als volgt te werk onder Media-instellingen:
-
Selecteer het mediatype dat het best overeenkomt met de media die in de printer worden geplaatst.
-
Selecteer een medianaam of voer een aangepaste naam in. Dit is de naam die u later selecteert in Server Manager.
-
Typ de actuele waarden om de media-invoer aan te passen aan het doel (optioneel).
Command WorkStation helpt u bij het oplossen van horizontale strepen door het uitvoerformaat van uw afdrukken aan te passen. Als u eerder het bestand Lineal_01.ps dat bij de software is geleverd, hebt afgedrukt en gemeten, kunt u het resultaat in het kalibratieproces opnemen.
-
Voer onder Uitvoerinstellingen het volgende uit:
-
Resolutie—Selecteer de doelresolutie. Hogere resoluties zorgen voor een betere uitvoerkwaliteit, maar beïnvloeden de verwerkings- en de afdrukprestaties.
Als u een screeningbestand wilt insluiten, moet u ervoor zorgen dat u hier dezelfde resolutie selecteert.
-
Afdrukmodus—De afdrukmodus definieert de kwaliteit van de uitvoer. Afdrukmodi zijn printerspecifiek en zijn ook afhankelijk van de
geselecteerde resolutie.
-
Afdrukrichting—Bidirectioneel afdrukken is sneller dan unidirectioneel afdrukken omdat de printkop in beide richtingen afdrukt. Het unidirectioneel afdrukken leidt echter tot nauwkeurigere resultaten. Niet alle printers ondersteunen bidirectioneel afdrukken.
-
Halftoonproces—Voor printers voor continue tonen, is de halftoonmethode van de printerfabrikant standaard geselecteerd.
Voor printers met niet-continue tonen, selecteert u Foutdiffusie (SE1) voor maximale kwaliteit of selecteert u Stochastisch halftoonproces (SE2) voor een snellere RIPing of voor variabele puntgrootte.
-
Kleurmodus—Zorg dat het aantal inkten en de inktkleuren juist zijn voor uw printer.
-
Puntgrootte—Sommige EFI-printers ondersteunen puntgrootten: Vast betekent dat elk punt de grootte van één inktdruppel heeft. Grijswaarden betekent dat de inktdruppels variabele grootten hebben.
-
Screening—Als u eerder een screeningbestand hebt gemaakt met een oudere versie van Fiery XF, kunt u dit opnemen in het kalibratiebestand. Het screeningbestand moet zich in de map Screening onder C:\ProgramData\EFI\EFI XF\Server bevinden. Selecteer Screening als de methode voor het halftoonproces en selecteer dan het screeningbestand.
-
Selecteer De stap “Grijsbalans” voor neutrale grijstinten, zelfs zonder kleurbeheer opnemen (optioneel) (alleen voor EFI-breedformaatprinters).
Deze instelling zorgt voor een evenwicht tussen de curven C, M en Y om neutrale grijstinten te produceren, zelfs voordat het mediaprofiel wordt gemaakt.
-
Selecteer De stap “Kwaliteitscontrole” opnemen voor gammavergelijkingen (optioneel) (alleen voor EFI-breedformaatprinters).
Deze instelling maakt L*a*b*-gegevens voor effen kleuren en stelt u in staat het gamma van het kalibratiebestand te evalueren en het te vergelijken met een referentieprofiel, zoals GRACoL of ISOcoated_v2 of met een aangepast profiel voordat een mediaprofiel wordt gemaakt.
-
Klik op Geavanceerd (optioneel) (alleen niet-EFI-breedformaatprinters).
In het venster Geavanceerd kunt u het percentage lichte inkten in de effen kleuren definiëren.
-
Klik op Volgende.
Bekijk nu de video's:
Klik hiervoor de kalibratie van EFI-printers.
Klik hiervoor de kalibratie van het stuurprogramma van CT-printers.
Klik hiervoor de kalibratie van het stuurprogramma van HT-printers.
Klik hiervoor de kalibratie van het stuurprogramma van RGB-printers.