Als een taak niet-gedefinieerde steunkleuren bevat, wordt een foutbericht weergegeven in het gebied Taakoverzicht van Job Center. Taken met onbekende steunkleuren kunnen niet correct worden afgedrukt. U kunt onbekende steunkleuren definiëren in Job Editor.

1. In Job Editor: Klik op de zijbalk op Kleur. Vouw op het tabblad Kleur het deelvenster Steunkleuren uit.
2. Klik in de kolom Bron van de tabel op de pijl-omlaag naast een onbekende steunkleur en voer een van de volgende stappen uit:

   • Als u de steunkleur wilt toewijzen aan een kleur van de bibliotheek van interne steunkleuren, selecteert u een fabrikant van steunkleuren.

   • Als u kleurwaarden wilt invoeren, selecteert u een kleurenruimte, zoals CMYK of L*a*b*.

   • Als u een alias wilt maken voor een andere steunkleur in de steunkleurtabel, selecteert u Alias.

     Een alias maakt een vaste koppeling naar een bestaande steunkleur. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat twee steunkleuren dezelfde kleurwaarden gebruiken, zelfs als ze verschillende namen hebben. Gebruik deze instelling om kleuren aan te passen of als alternatief voor het wijzigen van een kleurnaam in het grafische programma. Als u wijzigingen aanbrengt in de oorspronkelijke kleur, worden deze ook toegepast op de aliaskleur.

   • Als u een steunkleur wilt toewijzen aan een extra printerinktkanaal, zoals een kanaal met een steunkleur, witte inkt, doorzichtige inkt of metallic inkt, selecteert u PRINTER.

     Command WorkStation negeert kleurbeheer voor printerinkten.

3. Voer in de kolom Toewijzen aan een van de volgende handelingen uit op basis van uw selectie in de kolom Bron :

   • Steunkleurfabrikant: Selecteer een kleur in de bibliotheek van interne steunkleuren.

   • Kleurenruimte: Voer kleurwaarden in de geselecteerde kleurenruimte in.

   • Alias: Selecteer Cyaan, Magenta, Geel, Zwart of een willekeurige steunkleur in de huidige tabel met steunkleuren.

   • PRINTER: Selecteer een printerinktkanaal.

     Naast de oorspronkelijke steunkleurdefinitie kunt u een printerinkt toewijzen. De extra inkten worden achter of boven op de oorspronkelijke steunkleur afgedrukt.

     De instelling PRINTER is nuttig in de verpakkingsindustrie, waar goud of zilver metallic kleuren vaak worden gebruikt.

     Sommige instellingen hebben een “omgekeerd” equivalent en hebben de letters INV in hun naam. Als u een omgekeerde instelling selecteert, past Command WorkStation de omgekeerd evenredige hoeveelheid inkt toe, bijvoorbeeld 70% kleur in plaats van 30% kleur. Met een omgekeerde instelling kunt u de uiteindelijke afdrukopdracht op elk gekleurd medium simuleren.

4. Selecteer in de kolom Toepassen als een printerspecifieke kleur (optioneel).

   Met deze functie kunt u veel interessante speciale effecten maken, vooral bij afdrukken met meerdere cycli (meerlaags afdrukken). Als u speciale effecten wilt maken, moet u printerspecifieke instellingen opgeven in het deelvenster Speciale instellingen .

5. Herhaal de bovenstaande stappen voor alle onbekende steunkleuren.
6. Klik op Opslaan.