Fiery Command WorkStation

Navigatie verbergen of weergevenVorige onderwerpVolgende onderwerpDelenAfdrukkenPDF

Aangepaste kalibratiesets maken of verwijderen

Als uw Fiery Server aangepaste kalibratiesets ondersteunt, kunt u een kalibratieset maken voor een specifiek papiertype of voor bepaalde afdrukomstandigheden door een kopie van een bestaande kalibratieset te bewerken.

Raadpleeg het onderdeel Afdrukken in kleur in het pakket met gebruikersdocumentatie voor meer informatie over wanneer u een aangepaste kalibratieset moet maken.

Aangepaste kalibratiesets maken

Als u een aangepaste kalibratieset wilt maken, kopieert u een bestaande kalibratieset en bewerkt u deze.

  1. Klik in Kalibrator op de lijst onder Kalibratieset en selecteer Beheren.
  2. Selecteer een kalibratieset in de lijst Kalibratieset.

    Selecteer de kalibratieset voor het papier dat het meest overeenkomt met uw papier. De kalibratieset kan bijvoorbeeld van hetzelfde merk papier zijn, maar met een ander gewicht.

  3. Typ onder Kalibratiepagina een nieuwe beschrijving voor Aanbevolen papier, selecteer de instellingen die aan het papier zijn gekoppeld en klik op Opslaan.

    De beschrijving en instellingen voor Aanbevolen papier worden weergegeven wanneer u de meetpagina voor kalibratie afdrukt, als herinnering voor het plaatsen van het juiste papier.

    Opmerking: De instellingen voor uw nieuwe kalibratieset worden gekopieerd uit de oorspronkelijke kalibratieset, dus u hoeft alleen de instellingen te wijzigen die verschillen.
  4. Typ een nieuwe naam voor de kalibratieset en selecteer een uitvoerprofiel waaraan u de set wilt koppelen.

    Gebruik een naam die de papiernaam, het gewicht en het type beschrijft en eventuele specifieke afdrukomstandigheden (zoals raster- of glansinstellingen). De naam kan uit maximaal 70 tekens bestaan.

    Er wordt een kopie van het geselecteerde uitvoerprofiel gemaakt en deze wordt gekoppeld aan de nieuwe kalibratieset. Aan de kopie is de naam van de kalibratieset toegevoegd.

  5. Klik op OK. De nieuwe kalibratieset wordt toegepast.

Aangepaste kalibratiesets verwijderen

Wanneer u een aangepaste kalibratieset verwijdert, wordt het uitvoerprofiel dat hieraan is gekoppeld niet verwijderd. Het profiel wordt automatisch gekoppeld aan een andere kalibratieset.

  1. Klik in Kalibrator op de lijst onder Kalibratieset en selecteer Beheren.
  2. Selecteer de kalibratieset, klik op Verwijderen en klik vervolgens op OK.

    Een melding geeft aan dat het uitvoerprofiel dat aan de verwijderde kalibratieset is gekoppeld na het verwijderen aan een andere kalibratieset wordt gekoppeld.

    Als u het uitvoerprofiel na het verwijderen van de kalibratieset niet nodig hebt (bijvoorbeeld omdat het profiel slechts een kopie van een ander uitvoerprofiel is dat is gemaakt tijdens het maken van de kalibratieset), kunt u het profiel verwijderen.

  3. Klik op Annuleren om het venster te sluiten.
    Belangrijk: Door te klikken op Annuleren wordt de verwijdering niet ongedaan gemaakt. De kalibratieset wordt verwijderd wanneer u klikt op OK.
Gebruiksrechtovereenkomst