Standaard zijn drie virtuele printers ingesteld die overeenkomen met de afdrukwachtrij, blokkeringswachtrij en Directe verbinding. U kunt deze printers niet bewerken, maar u kunt ze dupliceren en vervolgens bewerken, of u kunt nieuwe virtuele printers maken.
De directe virtuele printer kan niet worden gewijzigd, maar beheerders kunnen wel de virtuele printers voor afdrukken en blokkeren wijzigen. Beheerders kunnen een van de virtuele standaardprinters of een andere virtuele printer dupliceren en de instellingen ervan wijzigen.
Alleen beheerders kunnen virtuele printers maken, bewerken en dupliceren. Beheerders kunnen ook taakvoorinstellingen publiceren als virtuele printers.
- Kies een van de volgende mogelijkheden:
Als u een virtuele printer wilt maken, klikt u op Nieuw in de werkbalk.
Als u een virtuele printer wilt bewerken, klikt u op Bewerken in de werkbalk.
Als u een virtuele printer wilt dupliceren, klikt u op Dupliceren in de werkbalk.
- Geef de volgende instellingen op:
Printernaam: als u een printer maakt of dupliceert, typt u hier een alfanumerieke naam.
Opmerking: Nadat u een virtuele printer hebt gemaakt of gedupliceerd, kunt u de naam ervan niet meer wijzigen. De afdrukinstellingen kunt u echter nog wel wijzigen.
Beschrijving: hier kunt u opmerkingen toevoegen of wijzigen om de virtuele printer voor gebruikers te beschrijven, bijvoorbeeld “dubbelzijdige bedrijfsbrochure”.
Taakactie: selecteer een van de standaardacties voor de Fiery Server zoals Blokkeren, Verwerken en blokkeren, Afdrukken, Afdrukken en blokkeren, of Afdrukken en verwijderen. Op volgorde afdrukken wordt ook weergegeven als dit is ingeschakeld in Configure.
Taakeigenschappen: selecteer Definiëren om Taakeigenschappen te openen en afdrukinstellingen op te geven. Servervoorinstellingen worden ook vermeld als keuzen.
Opmerking: U kunt elke taakinstelling vergrendelen door te klikken op het bijbehorende slotpictogram.
- Selecteer desgewenst Preflight en bewerk de instellingen:
Standaardvoorkeuze: hiermee wordt aangegeven dat de Preflight-standaardinstellingen worden gebruikt, tenzij u deze bewerkt.
Bewerken: hiermee kunt u kiezen uit andere voorinstellingen of elke instelling opgeven.
Bij kritieke fout: hiermee geeft u de actie op die wordt uitgevoerd als een kritieke fout wordt gevonden. Taakactie gebruiken verwijst naar de taakactie die is opgegeven voor de virtuele printer.