Fiery Command WorkStation

Navigatie verbergen of weergevenVorige onderwerpVolgende onderwerpDelenAfdrukkenPDF

Servervoorinstellingen

Servervoorinstellingen bieden een consistente set afdrukopties die alle gebruikers kunnen gebruiken. Gebruikers kunnen lokale voorinstellingen opslaan op de computer, maar alleen een beheerder kan servervoorinstellingen opslaan, bewerken, publiceren en verwijderen.

Servervoorinstellingen zijn toegankelijk vanuit:

  • Command WorkStation (selecteer Apparaatcentrum > Werkstromen > Taakvoorkeuzen en Taakcentrum > Eigenschappen)

  • Hot Folders (raadpleeg de Help van Hot Folders)

  • Virtuele printers (raadpleeg Virtuele printers)

  • Printerstuurprogramma’s voor Windows en Mac OS X

Een beheerder kan overdrachtmappen en virtuele printers maken op basis van een servervoorinstelling. Door de servervoorinstelling te bewerken worden ook de instellingen voor deze overdrachtmappen en virtuele printers gewijzigd.

Gearchiveerde taken met servervoorinstellingen

Gearchiveerde taken behouden de taakinformatie en de naam van de voorinstelling. Wanneer u een gearchiveerde taak terugzet op dezelfde Fiery Server of Fiery Central Server als waar de taak is gemaakt, wordt de servervoorinstelling weergegeven in de kolomkop Voorkeuzen voor alle vensters van Taakcentrum, zoals Bezig met afdrukken en Bezig met verwerken.

Bewerkte voorinstellingen bijhouden

Als een servervoorinstelling is gewijzigd nadat deze is toegepast op een geblokkeerde, afgedrukte of gearchiveerde taak, wordt de naam van de voorinstelling gemarkeerd met een sterretje (*). Met andere woorden: de voorinstelling is bewerkt door een beheerder nadat de taak is verzonden. Als u de nieuwste instellingen wilt gebruiken, past u de voorinstelling opnieuw toe op de taak.

Als de kolomkop Voorkeuzen is toegevoegd aan een van de vensters van Taakcentrum (Bezig met afdrukken, Bezig met verwerken, Geblokkeerd, Afgedrukt of Gearchiveerd), worden het sterretje en de taaknaam weergegeven in de kolom Voorkeuzen.

Gebruiksrechtovereenkomst