Fiery Command WorkStation

Navigatie verbergen of weergevenVorige onderwerpVolgende onderwerpDelenAfdrukkenPDF

Lokale voorinstellingen of servervoorinstellingen maken

Als beheerder kunt u servervoorinstellingen maken, bewerken, hernoemen, publiceren, verwijderen en de publicatie ervan ongedaan maken in Apparaatcentrum > Werkstromen > Taakvoorkeuzen. Een lokale voorinstelling kunt u alleen opslaan in het venster Taakeigenschappen.

U maakt een lokale voorinstelling of servervoorinstelling door in het venster Taakeigenschappen de instellingen te kiezen en deze vervolgens op te slaan in de lijst Voorkeuzen.

Beheerders kunnen een voorinstelling opslaan als lokale voorinstelling of servervoorinstelling. Operators kunnen alleen een lokale voorinstelling opslaan.

Een lokale voorinstelling maken

Beheerders en operators kunnen instellingen in het venster Taakeigenschappen opslaan als lokale voorinstellingen.

  1. Dubbelklik op een taak in de lijst Geblokkeerd of Afgedrukt, of selecteer de taak en kies een van de volgende mogelijkheden:
    • Klik met de rechtermuisknop en selecteer Eigenschappen.

    • Klik op Taakcentrum > Eigenschappen.

    • Klik op Acties > Eigenschappen.

  2. Pas de afdrukinstellingen voor elk tabblad naar wens aan.
  3. Kies bij Voorkeuzen de optie Voorkeuze opslaan.
  4. Voer een beschrijvende naam in voor de voorinstelling en selecteer Local (Lokaal) of Printer Group Local (Lokale printergroep) als type voorinstelling. Voor Fiery Central is de naam van de voorinstelling uniek binnen de printergroepen.
  5. Klik op Opslaan.

De lokale voorinstellingen zijn op elk moment beschikbaar als u het venster Taakeigenschappen opent. Voorinstellingen blijven op uw lokale vaste schijf staan totdat u ze verwijdert.

Opmerking: De gebruikersauthenticatiegegevens, zoals gebruikersnaam en wachtwoord, worden niet opgeslagen als onderdeel van de voorinstelling.

Een servervoorinstelling maken

Beheerders kunnen instellingen in het venster Taakeigenschappen opslaan als servervoorinstellingen. Deze voorinstellingen worden opgeslagen op de Fiery Server en gedeeld met de gebruikers ervan.

  1. Klik op Apparaatcentrum > Werkstromen > Taakvoorkeuzen.
  2. Klik op Nieuw. Voor Fiery Central wordt de printergroep automatisch geselecteerd volgens de selectie in het deelvenster voor voorinstellingen.
  3. Voer een beschrijvende naam in voor de voorinstelling. Spaties zijn niet geldig in namen van voorinstellingen.
  4. Voer een beschrijving in voor de voorinstelling (optioneel).
  5. Voor Fiery Central selecteert u een van de beschikbare printergroepen en geeft u afdrukinstellingen op vanuit Taakeigenschappen.
  6. Klik op Definiëren om de taakeigenschappen op te geven en klik vervolgens op Opslaan.
Opmerking: De gebruikersauthenticatiegegevens, zoals gebruikersnaam en wachtwoord, worden niet opgeslagen als onderdeel van de voorinstelling.

De servervoorinstellingen zijn telkens beschikbaar als u Apparaatcentrum of het venster Taakeigenschappen opent. Deze instellingen blijven behouden op de Fiery Server totdat een beheerder deze verwijdert.

Nadat u een servervoorinstelling hebt gemaakt, worden in het deelvenster Instellingen (aan de rechterzijde) de wijzigingen ten opzichte van de standaardinstellingen weergegeven, evenals vergrendelde instellingen. De servervoorinstelling wordt automatisch gepubliceerd zodat deze kan worden gedeeld met andere gebruikers die zijn verbonden met de Fiery Server.

Gebruiksrechtovereenkomst