Wanneer u een kalibratiepagina afdrukt, moet u eerst de benodigde kalibratie-instellingen opgeven, zoals de gebruikte inkten, voorkeuze, enzovoort.

1. Kies de kleurmodus die voor uw productie-uitvoer is vereist:
   • CMYK
   • CMYK + N
     Opmerking: Waarbij N een extra kleurmodus is die is gelicentieerd voor de pers.
2. Selecteer een servervoorkeuze.

   Informatie over de geselecteerde servervoorkeuze wordt weergegeven, waaronder kleurmodus, substraat en resolutie.

3. Optioneel: Als u een nieuwe voorkeuze wilt maken, klikt u op Instellingen om de taakeigenschappen voor de servervoorkeuze op te geven.

   Het is belangrijk dat u het substraat definieert vanuit Substraatcatalogus en het substraatformaat vanuit Formaat-id op het tabblad Media in het venster Taakeigenschappen.

   U kunt kleurinstellingen opgeven op het tabblad Kleur in het venster Taakeigenschappen. De kleurmodus en het uitvoerprofiel worden overschreven door de kalibratie-instellingen.

   U kunt de resolutie opgeven op het tabblad Afbeelding in het venster Taakeigenschappen.

4. Optioneel: Vink het selectievakje Initiële inktwaarden toepassen aan, klik op Instellingen om de inktlimieten te definiëren en vervolgens op OK.

   Klik op Koppelen om alle inktlimieten samen te koppelen en vervolgens kunt u slechts één inktwaarde wijzigen. Als alleen 100% van inkt op substraat een probleem oplevert, gebruik dan deze optie. Anders kunt u deze stap overslaan. Druk opnieuw af met de optie ingeschakeld.

   Klik op Reset om de standaardinktwaarden te herstellen.

   Opmerking: Als de Fiery server lichte inkten ondersteunt, worden de lichte inktlimieten automatisch berekend, afhankelijk van de normale inktlimieten.
5. Klik op Pagina's afdrukken om de kalibratiepagina af te drukken en door te gaan naar de meting.