De spectrofotometer kalibreren en instellen

Voordat u de uitvoer van de monitor gaat meten, moet u de spectrofotometer kalibreren en instellen.

De kalibratie van het instrument compenseert geleidelijke veranderingen in de spectrofotometer. De spectrofotometer moet in de steun zijn geplaatst en de meetopening moet volledig in contact zijn met het witte referentievak op de steun. (Als de spectrofotometer niet juist in de steun is geplaatst, worden geen nauwkeurige metingen verkregen.)

Opmerking: Het serienummer op de spectrofotometer en het serienummer op de steun moeten met elkaar overeenkomen voor een nauwkeurige kalibratie van de spectrofotometer.

Wanneer dit wordt aangegeven in Monitor Profiler, plaatst u de spectrofotometer in de kalibratiesteun en klikt u op Volgende of drukt u op de knop op de spectrofotometer.
Als de kalibratie mislukt, controleert u of het witte vak op de kalibratiesteun niet bedekt is en of het witte vak en de opening van het instrument schoon zijn. Gebruik een lensdoekje en, indien beschikbaar, reinigingsvloeistof voor lenzen.
Plaats de spectrofotometer op de monitor met de houder die bij de spectrofotometer wordt geleverd.
De spectrofotometer moet plat liggen op de omtrek die op het scherm wordt weergegeven. De afbeelding in Monitor Profiler geeft de juiste positie van de spectrofotometer aan.