Wanneer u een foutenrapport voor een taak maakt, maakt Command WorkStation een zip-bestand van de huidige taakbestanden, logboeken en informatie over de Fiery server. U kunt een foutenrapport voor de taak maken, zelfs als de afdruktaak niet in een foutstatus staat.

1. Selecteer in Command WorkStation een taak in de lijst Afgedrukt of Geblokkeerd. Er kan slechts één foutenrapport voor de taak tegelijk worden gemaakt. Als meerdere taken zijn geselecteerd in Taakcentrum, is de knop Foutenrapport maken niet beschikbaar.
   Opmerking: Als de betreffende taak waarbij de fout is aangetroffen niet beschikbaar is in de lijst, selecteert u een andere taak uit dezelfde lijst. Het foutenrapport voor een taak slaat alle recente logboeken op, met uitzondering van de gearchiveerde taken.
2. Als u een Windows-computer gebruikt, houdt u Ctrl ingedrukt en klikt u met de rechtermuisknop op de taak. Bij gebruik van een Mac-computer drukt u op Command+Control en klikt u met de rechtermuisknop op de taak.
3. Klik op Foutenrapport maken in het snelmenu.
4. Voer gegevens over de taakfout in.
   1. Voer eventuele opmerkingen en aanvullende details in het tekstveld in. Wij raden aan de volgende gegevens toe te voegen:
      • Datum en tijd waarop de fout is opgetreden
      • Waargenomen foutcodes, indien aanwezig
      • Beschrijving van verwacht resultaat
      • Beschrijving van onjuist resultaat
      • Stappen voor de manier waarop de fout is opgetreden
      • Frequentie van fout (bijvoorbeeld één keer, zelden, soms, vaak, altijd)
      • Of de fout bij meer dan één bestand is opgetreden
      • Of het bestand dat voor het rapport is geselecteerd, hetzelfde bestand is waarin de fout voorkwam
      • Besturingssysteemversie, als de afdruktaak vanaf een clientcomputer is verzonden
      • Versie van geïnstalleerde gebruikerssoftware van Fiery server
      • Beschrijving van andere acties die in dezelfde periode op de Fiery server zijn uitgevoerd
   2. Optioneel: Als de taak rastergegevens bevat, kunt u die in het rapport opnemen door Rasters te selecteren. Het kan nuttig zijn het raster op te nemen als het bestand niet correct wordt verwerkt. Dit kan echter het toegestane formaat van het rapport overschrijden. In dit geval kan het nuttig zijn om het afzonderlijk toe te voegen.
   3. Optioneel: Als de taak kleurprofielen bevat in het rapport, kunt u deze opnemen in het rapport door Kleurprofielen te selecteren. Kleurprofielen kunnen handig zijn om toe te voegen als het aangepaste profielen zijn en de afgedrukte kleuren onjuist zijn.
   4. Optioneel: Om het oorspronkelijke bronbestand in het rapport op te nemen, klikt u op Toevoegen +. Het kan nuttig zijn het oorspronkelijke bronbestand toe te voegen als de taak niet wordt verwerkt of afgedrukt. Dit kan echter het toegestane formaat van het rapport overschrijden. In dit geval kan het nuttig zijn om het afzonderlijk toe te voegen.
5. Hecht eventuele bijbehorende bestanden aan het rapport. Het foutenrapport voor een taak heeft een maximale bestandsgrootte van 2 GB. Als de selecties en bijlagen tot een rapport groter dan 2 GB leiden, moet het rapport worden verkleind om te worden voltooid.
6. Als afdruktaken als vertrouwelijk worden beschouwd, verwijdert u eventueel de taakbestanden voordat u het zip-bestand naar de afdeling technische ondersteuning verzendt. Om de vertrouwelijke taakbestanden uit het foutenrapport voor de taak te verwijderen, volgt u de onderstaande stappen:
   1. Pak het .zip-bestand van het foutenrapport voor de taak uit.
   2. Open de uitgepakte map.
   3. Verwijder het vertrouwelijke taakbestand.
   4. Comprimeer de map en stuur deze naar de technische ondersteuning.
7. Sla het foutenrapport voor een taak op.