Map

Navigatie verbergen of weergevenVorige onderwerpVolgende onderwerpDelenAfdrukkenPDF

Eigenschappen van variabele velden

Lijst met de verschillende variabele-veldeigenschappen die kunnen worden gebruikt bij het bewerken van een documentontwerp met variabele gegevens

Opmerking:

Klik op Eigenschappen loskoppelen () om de variabele eigenschappen in een venster weer te geven.

Klik op Eigenschappen vastzetten () om de variabele eigenschappen als een deelvenster aan de rechterkant van het scherm vast te zetten.

Tabel 1. Eigenschappen van variabele velden
Type variabele Beschikbare eigenschappen Besturing Functie
Tekstveld/Aangepaste tekst/Gegevensobjecten Variabel Velden die geen gegevens bevatten, worden samengevouwen wanneer ze in één tekstvak zijn gestapeld. De variabelen in een tekstvak weergeven
Bestandsnaam N.v.t. Geef de bestandsnaam van het FreeForm Plus-document weer.
Paginanummer N.v.t. Hier wordt het paginanummer van de record weergegeven.
Datum Notatie
  • DD-MM-YYYY
  • DD MMMM YYYY
  • dddd, DD MMMM YYYY
  • YYYY-MM-DD
  • MMMM DD, YYYY
  • dddd MMMM Do YYYY
Geef de datum weer bij de afdruktijd.

Selecteer de notatie die wordt gebruikt om de datum weer te geven.

Tijd Notatie
  • UU:mm
  • UU:mm:ss
  • u:mma
  • uu:mm:saa
  • u:mm A
  • u:mm:ss A
De tijd weergeven bij het afdrukken.

Selecteer de notatie die wordt gebruikt om de tijd weer te geven.

Record-ID N.v.t. Geef het FreeForm Plus-recordnummer weer.
Nummerreeks
  • Start
  • Stap
Genereer een nummerreeks voor elke record met het opgegeven eerste nummer en de stapgrootte.
Positie
  • X-as
  • Y-as
Wijzig de positie van een geselecteerd tekstvak voor variabele tekst op een masterpagina.
Formaat
  • Breedte
  • Hoogte
Bepaal de grootte van het tekstvak voor variabele tekst.
Lettertype Lettertype Kies uit een lettertype dat op uw systeem beschikbaar is.
Kies de dikte van het lettertype Wijzig de dikte van het lettertype dat wordt gebruikt in het geselecteerde tekstvak voor variabele tekst.
Gebruikt in master Bekijk de lettertypen die in het masterbestand worden gebruikt.
Tekengrootte Selecteer de tekengrootte.
Tekstkleur Selecteer de tekstkleur.
Opmerking: De kleur kan worden geselecteerd via CMYK, HSL, Hex, RGB, met behulp van het kleurenpalet of door een aangepaste steunkleur toe te voegen.

Importeer aangepaste steunkleuren in de Adobe Swatch Exchange-indeling (.ase) door te klikken op het importpictogram op het tabblad Steunkleur van het kleurselectievenster.

Sla kleuren op als Vooringestelde kleuren door een kleur te kiezen en op Kleur toevoegen te klikken.

Uitlijning Links uitlijnen Lijn de tekst uit op de linkerkant van het tekstvak met variabele tekst.
Centreren Centreer de tekst in het tekstvak met variabele tekst.
Rechts uitlijnen Lijn de tekst uit op de rechterkant van het tekstvak met variabele tekst.
Hoek Hoek van het tekstvak Stel de hoek van het tekstvak met variabele tekst in graden in.
Opvullen
  • Selectievakje Opvullen
  • Opvulkleur
Schakel het selectievakjeOpvullen in om de opvulling achter de gemarkeerde tekstvariabele in te schakelen.
Klik op de Opvulkleur om de achtergrondkleur in een tekstvak met variabele tekst te wijzigen.
Opmerking: De kleur kan worden geselecteerd via CMYK, HSL, Hex, RGB, met behulp van het kleurenpalet of door een aangepaste steunkleur toe te voegen.

Importeer aangepaste steunkleuren in de Adobe Swatch Exchange-indeling (.ase) door te klikken op het importpictogram op het tabblad Steunkleur van het kleurselectievenster.

Sla kleuren op als Vooringestelde kleuren door een kleur te kiezen en op Kleur toevoegen te klikken.

Regelhoogte Regelhoogte tekstvak Bepaal de regelhoogte van het tekstvak.
Afbeeldingen Positie
  • X-as
  • Y-as
Plaats de geselecteerde variabele afbeelding op een masterpagina die wordt bepaald door de locatie op de X- en Y-assen.
Formaat
  • Breedte
  • Hoogte
Bepaal de grootte van de variabele afbeelding.
Passend Proportioneel Gebruik de oorspronkelijke verhoudingen van een afbeeldingsvariabele.
Strekken Strek een afbeeldingsvariabele zodat deze past bij de grootte die u opgeeft.
Opmerking: Deze instelling kan afbeeldingen vervormen.
Opnieuw instellen Hiermee wordt een afbeelding teruggezet naar de instellingen die uit het gegevensbronbestand zijn geïmporteerd.
Hoek Afbeeldingshoek Stel de hoek van de afbeelding in graden in.
PDF-objecten Positie
  • X-as
  • Y-as
Plaats het geselecteerde PDF-object op een masterpagina die wordt bepaald door de locatie op de X- en Y-as.
Formaat
  • Breedte
  • Hoogte
Bepaal de grootte van het PDF-object.
Barcodes Variabel N.v.t. Geeft de naam van de streepjescodevariabele weer.
Positie
  • X-as
  • Y-as
Wijzig de positie van een geselecteerde streepjescodevariabele op een masterpagina.
Formaat
  • Breedte
  • Hoogte
Bepaal de grootte van een streepjescodevariabele.
Opmerking: Deze eigenschap is niet voor alle streepjescodetypen beschikbaar.
Type Kies uit de beschikbare streepjescodetypen. Stel het streepjescodetype in dat overeenkomt met een streepjescodevariabele in het gegevensbronbestand.
Balktekst N.v.t. Geeft de tekst weer met de streepjescode.
Schaal
  • X-as
  • Y-as
Wijzig de schaal van een streepjescodevariabele op de X- en Y-as.
Gebruiksrechtovereenkomst